Zaterdag gingen wij, oude dozen, nog eens naar een fuif. Eentje waar enkel één van de dj's van onze leeftijd bleek te zijn. De rest was vermoedelijk half onze leeftijd. De helft van één van ons, laat dat duidelijk zijn.
We waren op tijd. Big mistake, zo bleek later. De muziek was nochtans goed, dus we maakten er maar een onder-ons-kwisje van, want dat doen we thuis ook. Alleen slaagden we er natuurlijk niet in de dj het liedje te laten onderbreken voor een nieuw eens we het antwoord wisten. Dat doen we thuis dan wel weer. Nergens zo goed als thuis, zullen we maar denken.
De jeugd stroomde binnen om 1 h. 's Nachts, ja, dat hebt u goed begrepen. Toen sloot immers het café van de zaal. De eerste dj was er dus aan voor de moeite, want die had letterlijk moeten draaien voor twee man en de organisatie. De paardenkop was gelukkig afwezig. Na een half uurtjes dansen waren we dus eigenlijk al moe. Zo gaat dat als je ouder wordt. En nu hebben we nog heup- en rugpijn als toemaatje. Want stoelen, dat staat niet in een fuifzaal. Dat was ik helemaal vergeten.
Er zit dus niks anders op om zelf een fuif te geven. Wat we, eerlijk gezegd, in november al deden. De oudjes dansen vanaf 22 h en gaan ervoor op de dansvloer. Van geldingsdrang en angst voor het afgaan als een gieter is allang geen spoor meer te bekennen. De hippe youngsters zullen het niet geloven: maar het leven begint bij 40. Of pakweg 35. Vanaf dan wordt alles veel gemakkelijker. Buiten het geheugen dan, want het heeft mij meer dan twee dagen gekost om eindelijk te weten te komen welk liedje al dagen in mijn hoofd hangt. Dit. Het zal zeker onze eigen fuif halen, want ik draai een deel van de avond. Ha!
10 februari 2015
9 februari 2015
BAB (back at blogging. Of zoiets)
Het is op, denk ik. Ik weet amper nog wat geschreven. Daar waar mijn hoofd vroeger vol miniblogstukjes zat, stukjes die zich in amper een kwartier op de computer ontsponnen tot een uit de kluiten gewassen stuk (enfin: in mijn herinnering is dat toch zo), zit er nu vooral leegte. Niet omdat ik zelf een lege doos zou geworden zijn (dat mag ik toch hopen), maar omdat ik het eigenlijk allemaal de moeite van het vertellen niet meer vind. Of misschien vertel ik het gewoon aan wie zich rond mij beweegt en raakt het gewoon niet verder. Of wacht: ik zou liegen. Zo nu en dan spui ik eens een ergernis op facebook, maar verder dan dat ene zinnetje raak ik niet.
Ik zou nochtans een vrolijk tenenkrullend stukje kunnen schrijven over de bestuurder van die volkswagen polo ergens in Gent die er een sport van maakt om zijn territorium op ruime wijze af te bakenen. Als in: twee plaatsen innemend zodat een halve auto vooruit en een halve auto achteruit rijden er zeker in zit. Kwestie van die tank van een auto zonder scha(de) en schande uit zijn plaats te manoeuvreren. Oh kijk. Ik deed het al een beetje.
Ik zou kunnen schrijven over hoe grappig het was om zaterdag- en zondagavond door Brugge te lopen richting Beursplein alwaar meerdere zatte mensen hun weg zochten naar huis, dicht tegen de gevels zodat omvallen zeker geen optie zou zijn. Tenzij ze naar de verkeerde kant zouden vallen natuurlijk. Wat jammer zou geweest zijn van het glas dat ze meekregen, want dat was versierd met het logo van BAB. Wat jeugdsentiment kwam meteen mijn hoofd ingeslopen, hoewel ik nooit een fan van bier ben geweest. Wel van logo's en oude dingen, dat verklaart al één en ander natuurlijk.
Of misschien moet ik schrijven over het optreden waar wij gisteren naartoe trokken in de Schouwburg. Spectaculaire acrobatische toeren waarvan je altijd blij bent dat het jouw kind niet is dat daar op het podium probeert zijn nek niet te breken. De nek- en schouderpijn die ik vandaag voelde waren vermoedelijk een gevolg van het stressvol optrekken van mijn schouders en intrekken van mijn nek terwijl ik meermaals 'auw' en 'oei' en 'pas op' dacht. Eens je moeder bent, ben je er nooit meer vrij van, denk ik.
En ah kijk. We zijn weer vertrokken. Of ook niet, dat moet de nabije toekomst maar uitwijzen.
Abonneren op:
Posts (Atom)