17 mei 2013

Propaganda

In het kader van cultuur vind ik toch al eens dingen mooi waar ik eigenlijk niet achter sta. Kunst wordt meermaals misbruikt om propaganda te voeren of om mensen te overtuigen en braaf te houden. Onze katholieke voorvaderen hadden een kunstschat om u tegen te zeggen. Allemaal bedoeld om de mensen bang en stil te houden, maar niettemin: kunst. Ondertussen zijn we niet meer zo gevoelig voor dat middeleeuws gehersenspoelsel (ja, ik weet dat dat woord niet bestaat) en bekijken we die kunst anders. Bijna geen mens die nog denkt dat hij in de hel zal terecht komen, hoe goed Jeroen Bosch dat ook schilderde.

Anders is het met (voor)oorlogse propaganda. Die periode ligt nog redelijk vers in het geheugen. Terecht. Bemerk dan ook mijn onbehagen toen ik vorige week de films van Leni Riefenstahl verzameld zag liggen. Ik weet immers dat mevrouw Riefenstahl een icoon is op filmgebied. Haar 'Olympia' is een staaltje van vernieuwend filmen geweest en eigenlijk heb ik een zwak voor oude zwart-wit films, zeker als ze baanbrekend zijn geweest. Ik heb hier ook 'Metropolis' van Fritz Lang liggen, wat, naast een mooi liefdesverhaaltje, ook een aanklacht tegen de uitbuiting van arbeiders was. Gek genoeg was Fritz de eerste keuze van Hitler. Hij wou echter niet. Leni wel.

Het kriebelde dus. Ik koop ze wel. Ik koop ze niet. Of toch wel. Neen, toch niet. Ik denk er nog even over na. Het is nogal duur. Twijfel twijfel twijfel. Daarnaast heb ik het idee dat ik geen films in huis wil waar ik ethisch gezien niet achter sta (de esthetiek is mij soms minder belangrijk, ik zal het maar zelf zeggen vooraleer het lief het komt vertellen) of bang voor ben. Hier dus geen horror. Maar dit terzijde. Al valt de nazipropaganda ook onder horror te klasseren. Maar goed, ik liep dus met een dilemma rond. Tot ik de bon van 50 euro die ik een half jaar geleden kado kreeg op de kast zag liggen. En nu heb ik nazipropaganda in huis.

Maar misschien is dat niet slecht. Ik blijf immers het idee hebben dat we dit beter goed leren herkennen. De geschiedenis herhaalt zich naar het schijnt altijd.

15 mei 2013

Oud

Sommige dingen associeer ik met oud. Ik niet alleen, vermoed ik, maar het spreekt voor zich dat ik hier niet voor de helft van de wereldbevolking spreek. Als ik al zou mogen, dan zou ik het nog niet willen. Ik moet al genoeg doen wat ik niet wil. Ik werk.

Neem nu: tanden laten trekken. In mijn hoofd ben je oud als je tanden moet laten trekken, tenzij het in functie van een mooi gebit is. Ik denk niet dat mijn nu 14-jarige het mij anders in dank zou afnemen dat ik haar een tweetal jaar terug al oud zou gevonden hebben. 4 tanden gingen er toen uit. Bij haar, niet bij mij. Maar anyway: in mijn hoofd ben ik dus oud geworden. Zo'n twee jaar geleden voor het eerst, deze week voor de tweede keer. Het zat er al aan te komen, ik had namelijk een paar exemplaren die de naam 'tand' niet waardig waren. 'Wortel zonder zenuwen en met 1/3e tand en 2/3e vulling' ware beter. Maar nu zijn die bijna allemaal weg. Ik hoop niettemin dat de laatste niet-tand het nog lang volhoudt. Dat lijkt me voor iedereen beter.

Het begon nochtans allemaal goed. Een jonge tandarts die vol goeie moed een vulling wou plaatsen (makkie), mijn tanden wou schoonmaken (even buiten de kokhalsreflex van ondergetekende gerekend) en de tand wou gaan trekken. Dat ik niet mocht schrikken, want hij zou afbreken. Ok, dacht ik, been there, done that. De vorige wou er ook niet zo graag uit. Mijn tandwortels houden van mij, zoveel is zeker. De vorige keer werd het een hels karwei dat een deel van mijn kaakbeen kostte. Maar dat was 2 jaar terug en ik was het al een beetje vergeten. En daarbij, dit keer zou het beter gaan. Dacht ik.

Ok, het lijkt alsof mijn kaakbeen er nog intact is. Het lijkt ook alsof alles van de tand verdwenen is. Ook de vasthoudende wortel met weerhaken. De smeerlap. Daar ligt hij dus: in stukjes. Na meer dan een half uur zwoegen en zweten. Het laatste kwartier met twee tandartsen en schijnbaar nog minstens één assistente. En dat allemaal voor 60 euro. We kunnen niet zeggen dat dat vet betaald is.

Maar goed, hij is eruit. Vrijdag mag ik op controle en mijn wang zit niet dik. Mijn mond is wel een beetje gescheurd en mijn onderlip gekneusd, maar verder zie ik er niet uit alsof ik gemarteld werd of slaag kreeg. En ach: het is niet alsof ze er veel aan konden doen, de tandartsen. Ik heb gewoon koppige en vasthoudende tanden. En ik ben kranig, dat zeiden ze meermaals.

Een kranig oud vrouwtje. That makes my day.




3 mei 2013

Een halve waarheid is geen waarheid

Ik erger mij de laatste tijd meer en meer geel, groen en blauw aan allerlei praatjes en mensen-die-het-even-gaan-zeggen. Iedereen met een mening gaat die fijntjes even verkondigen. Te pas en te onpas, maar dan bij voorkeur te onpas. Zo ook daarnet weer op facebook. Niet bij de krantenberichten, want wat je daar leest, loopt meestal de spuigaten uit. Zo ook vandaag waar meerderen het reduceren van de grote vakantie ten overvloede bespuwen. Vol taalfouten. 'Jullie waren beter het hele jaar door geweest', denk ik dan. Los van mijn mening over het inkorten van de grote vakantie. Ik heb die nog niet. Nog niet genoeg over nagedacht. Ja. Nagedacht. Dat wat mensen met hun hersenen horen te doen, zeker vooraleer ze een mening gaan verkondigen in het openbaar.

Maar goed, ik wijk af. Vandaag stond op facebook een bericht van iemand over nieuwe regelgeving. Geen leuke, ik geef het toe, maar meteen weer iemand die toch even gaat verkondigen dat het 'de schuld van België is'. Pardon?! Ten eerste gaat het over Vlaamse materie. Het kan dus hooguit 'de schuld van Vlaanderen zijn'. Ten tweede wordt het opgelegd door Europa. Dat weet ik nu eigenlijk toevallig omdat ik er via mijn werk mee te maken heb. Dus ik deed wat ik normaal nooit doe in zo'n geval: ik heb gereageerd.

En nu zit ik er mij al heel de avond in op te jagen. In al die domme opmerkingen. Die dwaze prentjes waarbij het loon van een minister vergeleken wordt met al die andere categorieën. Want ja, natuurlijk, wij hebben een gelijkaardige verantwoordelijkheid. Waarmee ik zelfs niet eens wil zeggen dat ze dat grote loon effectief verdienen, maar wie ben IK in godsnaam om te weten of dat loon al dan niet gerechtvaardigd is? Heb ik die verantwoordelijkheid? Neen dus. Moet ik zoveel werken? Neen dus. Hangt het lot, inkomen, de levensstandaard van mensen en het milieu van mij af? Neen. Moet ik beslissingen nemen waarvan ik nachten niet kan slapen? Zelden.

En laten we het dan nog even over de petities hebben. Over het kappen en vervangen van bos bijvoorbeeld. Door het agentschap natuur en bos. Die stouterds, ja, die kappen dat natuurlijk voor hun plezier en om de mensen te pesten. Niet omdat ze van Europa doelstellingen moeten halen en natuur moeten creëren. Creëren, ja. Want natuur is geen natuur meer. Die wordt gemaakt en, als ze er al is, onderhouden. Maar dat weten ze blijkbaar niet, daar bij die petitie. Of het past niet in hun kraam. Ik weet al sinds mijn vorige werk dat petities zwaar te wantrouwen zijn. Ik onderteken ze dus nooit. Al zeg ik daarom -alweer- niet dat ze hun waarde niet kunnen hebben in sommige gevallen.

En met al dit hierboven, heb ik mijn afwas 'opgevrolijkt'. In mijn hoofd. En nu kruip ik weer in mijn kot en hou ik mijn meningen vanaf nu weer voor mijzelf. Dat gaat mij beter af. Kan ik weer hoofdschuddend lezen wat overal verkondigd wordt.