31 juli 2013

Over de grens

De grens der verdraagzaamheid durft alhier al eens laag liggen. Dit ligt meestal niet aan één ding maar aan een opeenstapeling der dingen. Het spreekt voor zich dat dit geen leuke dingen zijn, al durven ook de leuke uitputtend zijn, wat dan weer gevolgen heeft voor de verdraagzaamheid.Vermoeidheid, het is iets. Iets ambetants. Er was een tijd dat ik er nooit moe uitzag. Dat was in de tijd dat ik jong was. Studeerde. Zelfs toen ik nog kleine kinderen had. Ik was wel moe, maar ik zag er nooit moe uit. Tegenwoordig word ik al eens met mijn neus op de feiten gedrukt ('je ziet er moe uit'). Zeg dus maar: hardhandig geduwd. Hoewel ik net een spiegel in mijn badkamer ophing, weiger ik erin te kijken. De confrontatie is niet bevorderlijk voor mijn humeur. Ik ken dat mens niet dat terugkijkt. Ze ziet er precies zo moe uit.

Anyway: ik verlang naar rust. Naar het stoppen van de verbouwingswerken naast de deur. Op zich allemaal niks op tegen (ik moet ook nog verbouwen), maar er gingen enkele zenuwslopende momenten aan vooraf. En oh wait: het is bouwverlof. Die periode waarin de aannemers op reis gaan. Hoort u dat, mijn beste? Ver. Lof. Uitroepteken en veelbetekenende blikken.

Ik verlang ook ontzettend naar het verhuizen van de buren van het lief (weinig kans, het zijn krakers) die met hun lawaai en ontzettend asociaal gedrag mijn zenuwen de hoogte in jagen. Naar het begin van mijn rustvakantie (oja, keep on dreaming). Naar een proper en afgewerkt huis (oja, keep on dreaming in 't kwadraat). Naar ononderbroken slaap die minstens een volle 8 uur duurt. Naar een volle zak geld. Al zal dat dan wel weer stress met zich meebrengen.

Het is ook nooit goed.

(maar voor de zekerheid: laat die zak geld maar komen)