1 november 2013

De grenzen van de verdraagzaamheid

Ik geef het toe, ik ben niet altijd de meest verdraagzame mens. U fietst traag voor mijn neus en ik kan niet voorbij (met mijn fiets, met mijn auto heb ik hier gek genoeg weinig last van): ik word redelijk nerveus. U rijdt als een gek met uw auto voorbij en ik denk aan mijn kinderen die hiervan het slachtoffer kunnen worden: ik wens u een boom toe. U legt een cd van Milow op: daar heb ik zelfs geen woorden voor.

Maar anderzijds moeten we toegeven dat dit allemaal maar kleine ergernissen zijn die zich niet uiten in agressief gedrag ten opzichte van anderen. In mijn auto of in mijn hoofd vloeken, daar heeft amper iemand last van, denk ik zo (mijn lief gaat hier niet mee akkoord, hij vangt al eens de verbale en slechtgehumeurde vlaag). Het is niet zo dat ik een boom op een hardrijder ga gooien (als ik dat al zou kunnen) of dat ik de trage fietser ga omver duwen. Over de cd van Milow zwijg ik even wijselijk, die tart de grenzen van mijn verdraagzaamheid.

Het is dan ook geweldig shockerend om in mijn facebook tijdlijn berichten te zien van mensen die ik altijd als uitermate vredelievend en even uitermate intelligent beschouwde. De extreem rechtse en ronduit racistische praat die daar tegenwoordig uitgekraamd wordt, is werkelijk hemeltergend. Ik geef het toe, ik ben extreem rechtse praat niet genegen. Extremisme is trouwens altijd gevaarlijk, ik hou er niet van.

Verder is het ronduit beangstigend dat de grenzen van de verdraagzaamheid steeds enger worden. Iedereen valt elkaar maar aan, op elke mogelijke manier en op zowat elk medium. Het is allemaal nog te begrijpen als er humor mee gepaard gaat, maar in vele gevallen is de humor weg en wordt het griezelig. De verklikmaatschappij is niet ver weg en een mens zou bang worden om zijn mening te geven (al lijken velen daar niet echt last van te hebben). Wie nu een vriend is, kan snel een vijand worden. Er wordt niks meer verdragen van elkaar, de ander moet kapot, het maakt soms niet uit op welke wijze. En iedereen vindt het maar nodig om het te zeggen, in geuren en kleuren. Ligt dat nu aan het feit dat we met zoveel op elkaar zitten? Aan het feit dat we in een maatschappij leven waarin geld en bezit het belangrijkste goed is en iedereen die dat belemmert er maar aan moet? Aan het feit dat niemand meer content en blij is? Aan het feit dat we met zijn allen alles moeten en amper nog wat mogen, zelfs van onszelf? Aan het feit dat er steeds een schuldige moet aangewezen worden?

Het zoeken naar een schuldige lijkt trouwens de hoofdbekommernis geworden van mensen die zich willen laten horen. Of het nu de crisis is, de vergrijzing, de politiek of god weet wat. Ik vind dat een kwalijke zaak. Het zoeken van een schuldige voor dergelijke allesomvattende problemen is tijdrovend en leidt zelden tot oplossingen. Ze hebben dat ook al eens geprobeerd in de jaren '30 en vele malen daarvoor. Het smaakt alleen maar wrang achteraf. Voor iedereen.

Gelukkig zijn er nog de filmpjes met baby's die huilen als hun moeder zingt. Of kinderen die hartverscheurend mooi kunnen zingen op één of andere tv-show. Of vertederende puppy's die ons met honde-oogjes aankijken op facebook. Dat maakt alles weer goed. Tjah.