31 december 2013

7/7

Er rest mij uiteraard voor dit jaar niet veel meer. Buiten u allen een heel fijn 2014 te wensen. Dat het mooier mag zijn dan het vorige, dat is zowel goed voor degenen die een mooi jaar hadden als voor degenen die een minder mooi jaar hadden. Iedereen blij.

Tot volgend jaar!

6/7

Verjaren. Kijk, dat is nu eens iets wat ik echt graag doe. Ik vind dat helemaal niet erg, hoewel ik ooit dacht dat ik het wel erg zou vinden om ouder te worden. Maar tot op heden valt het mee.

Dit jaar viel mijn verjaardag zoals elk jaar in november. Ik voel geen behoefte om daar iets aan te veranderen, laat staan dat ik het zou kunnen. Ik vind november een hele toffe maand. Niet te warm, lekker fris, soms wat mistig en mijn verjaardag. Ik ben een echt najaarskind.

Dit jaar viel mijn verjaardag op een zaterdag. Meteen een reden voor een feestje, dacht mijn lief, en hij nodigde wat vrienden uit. Ik wist ervan, maar dat betekende ook dat ik wat oude bekenden kon vragen. Ik besef dat ik eigenlijk niet zo goed ben in sociale contacten onderhouden. Mijn leven is te druk (flauw excuus) en de tijd gaat zo snel voorbij (even flauw excuus) dat het afspreken met vrienden er precies nog maar zelden van komt. Het spreekt dus voor zich dat ik er ontzettend van genoten heb. Genoeg om te beseffen dat ik het vanaf volgend jaar misschien maar wat anders moet gaan doen. Meer tijd steken in mijn vriendschappen. Want als zelfs mijn kinderen al beginnen zeggen dat het eigenlijk wel heel lang geleden is dat we nog bezoek hadden, is er misschien wel iets grondig mis. En zo ontstond een voornemen. Waar ik mij voor de verandering eens ga aan proberen houden.

30 december 2013

5/7

Ik moet toch leren om eindelijk in mijn leven eens haalbare doelen te stellen. Nooit raakt hier iets af in de tijd die ik voorzien heb. Ik herken mijn jongste dochter daarin. En mijzelf dus blijkbaar ook. Deze week dus weer. 7 stukjes tegen het einde van het jaar. Waarom in godsnaam? Om er weer niet te geraken? Mijn badkamer afwerken in een week. Even buiten de grote gaten gerekend die laagje per laagje moeten opgevuld worden (damn you, aannemers en damn you, oude pleister) en tussendoor nog moeten drogen. Het spreekt vanzelf dat dat dus 3 dagen langer duurde dan gedacht. En ik ging morgen eigenlijk mijn laatste laag schilderen. Ik moet nog beginnen schilderen verdorie. Hate it. Niet dat schilderen, al die voorbereiding vooraleer je kan beginnen schilderen. En dan komt nog het moment waarop je alles moet afplakken, ook zo fijn. Bleh. Ik zal al blij zijn als ik tegen zondagavond klaar ben. In afwachting zijn dus ook de gordijnen weg in de badkamer. Dat zullen de meiden fijn vinden als ze hier aankomen morgen.

Anyway. Haalbare doelen dus. Eén van de belangrijke principes van doelen stellen. Ik moet misschien mijn boek maar nog eens lezen.

Of misschien moet ik maar beter nog wat verder werken. How 'bout that?

28 december 2013

4/7

U mag mij allemaal proficiat wensen, want vandaag, maar dan 15 jaar geleden, werd ik voor het eerst moeder van een wonderlijke, prachtige, lieve, leuke, grappige en ondertussen al heel grote dochter. Sindsdien weten wij altijd wat gevierd tussen kerst en nieuw. We zouden ons anders wel vervelen, nietwaar.

Zo. Als dat geen mooi berichtje is.

En nu allemaal terug aan het werk.

27 december 2013

3/7

Ik ben geen goede onthouder wat het weer en het nieuws betreft. Ik onthoud wel heel goed wat ze mij hebben aangedaan, maar dat is een ander verhaal waar ik nu niet op ga ingaan, want ik ging voor happy vandaag.

Anyway, wat mij dus wel bijbleef dit jaar, vooral omdat het nog maar enkele weken geleden is, was het mysterie van het geld in de brievenbussen. 'Wilde weldoener stopt geld in brievenbussen', stond er in de krant. Met dank aan Suske en Wiske voor de inspiratie waarschijnlijk. Wat een stress zal dat geweest zijn in Koksijde-Bad, stel je eens voor. Compleet zotgedraaide theorieën zullen in de lucht gehangen hebben. Geld in iemands bus stoppen, dat is toch uitermate verdacht. Een truuk van een immo-kantoor leek één van de mogelijkheden te zijn. Yeah right. Wie dat gelooft, gelooft nog in Sinterklaas. Of wacht.

Bij zijn vierde poging werd de man op heterdaad betrapt. Stel u voor. Op heterdaad betrapt. Terwijl hij geld in brievenbussen stopte. De snodaard. Wat een lef. Iedereen zal blij geweest zijn dat die anonieme giften eindelijk stopten. De onzekerheid. De stress!

Voor de enkelingen die het niet (meer) weten: de 39-jarige erfde een aanzienlijk bedrag van zijn overleden moeder, maar hij vond dat hij het niet nodig had. Hij besloot het dan maar uit te delen, anoniem. De rest zou hij dan maar aan een goed doel schenken. De gegoede burgers waren er immers een beetje vies van.

2/7

Ik vind 'Rango' geen mooie film, zei ik. Het was niet dat ik zelf keek, dat deed zijn zoon. De film is van mijn dochters en die vonden hem ook leuk. Ik niet.

'Tuurlijk niet', zei hij 'jij houdt niet van het type dat de hoofdrol speelt. Net zoals je niet van Jack Sparrow houdt in Pirates of the Carribean'. Jij houdt gewoon niet van praatjesmakers. En dat is er zo eentje die veel praatjes heeft en er zich op het einde toch uit weet te redden. Net als Rango.'

Hoe waar. Ik heb hartgrondig het schijt aan praatjesmakers. Veel blabla, weinig om het lijf. Ik heb er genoeg gezien in mijn leven, maar helaas blijven ze opduiken op plaatsen waar je ze wel en niet verwacht. Op het werk, dat is het ergste. In mijn privéleven kan ik ze nog vermijden, maar op het werk blijf je ermee geconfronteerd. Met die types die de pluimen van een ander gebruiken tot hun meerdere eer en glorie. Van die mensen die de baas altijd imponeren terwijl ze altijd minder doen dan een ander. En daar loopt de baas dan weer in. Van die collega's die ook altijd een excuus klaar hebben om hun nietsdoen te verhullen en er nog mee wegkomen ook. Ook voor hen lijkt de film altijd goed af te lopen.

*gruwel*

Maar het komende jaar zal het geen waar zijn. In 2014 ga ik niet over mij laten lopen. Dan gaan we collectief er iets aan doen, samen met de anderen die er het sch**t van krijgen.

Of neen. Toch weer niet. Zoals gewoonlijk.

Oh wait. Ik ging iets positiefs schrijven. Iets goedgezindmakends.

Morgen dan maar. Of straks. Want als ik wacht op morgen, raak ik nooit aan 7 stukjes vóór nieuwjaar.




26 december 2013

1/7

Als ik nu nog 7 blogberichten schrijf dit jaar, dan zit ik aan een gemiddelde van 4 per maand. Niet vet precies. En zeggen dat er tijden waren dat ik in een ver blogverleden 3 berichten per dag wou schrijven en dat niet kon omdat anders niemand nog zou kunnen volgen. Overlopend van inspiratie. De tijden zijn veranderd. Of misschien is de tijd veranderd.

Naar het schijnt heb je, als je pensioengerechtigd bent, geen tijd meer over. Ik heb er nu al geen meer over, dus dat belooft. Misschien moet ik mijn aanvraag al indienen. Vermoedelijk zou ik niet veel meer doen dan nu het geval is. Al zou ik dan misschien wel tijd hebben voor mijn huis. Om het proper te houden bijvoorbeeld (hoe doet iedereen dat toch? En ja, ik ken mensen zonder poetsvrouw). Om te schilderen. Gaten in de muren op te vullen. Met mijn kinderen bezig te zijn (ah, die willen dat vermoedelijk niet meer). Eindelijk dat plan van de verbouwing te tekenen (het moest al klaar zijn). Om tijd te hebben voor mijn lief zonder elke keer te denken aan wat er nog van werk ligt te wachten in mijn huis.

Ik volgde een cursus time management. Op zich best wel interessant, maar niet alle tips vond ik zo geschikt voor een moeder met twee kinderen, een huis in afbetaling en een nog noodzakelijke verbouwing. Dienstencheques (ja, maar je moet ze toch betalen). Collect & go (ja, maar het kost meer). Tijdskrediet opnemen (yeah right, en wie zal de rekeningen betalen?). Soms denk ik dat het enige waar ik nog aan denk geld en tijd is. Al klopt dat niet echt. Ik denk zelfs aan dingen waar ik niet aan wil denken.

Soms denk ik dat het tijd is dat ik weer eens wat leuke dingen post. Vanaf morgen dan.

Beloofd.

12 december 2013

U vraagt, wij draaien

Ik denk dat iemand die ongeletterd wanhopig is graag wil dat ik weer eens de virtuele pen ter hand neem: ik kreeg de vraag om 11 dingen over mijzelf te vertellen (ik vermoed dat het om dingen moet gaan die zo goed als niemand weet), 11 vragen te beantwoorden en 11 vragen door te geven aan anderen. Omdat het stokje een Liebster award heet (is er écht niemand die zich afvraagt waar dat vandaan komt?) en omdat de vrager mijn lief is en ik dus niet kan/wil/zal weigeren: zie zodadelijk. Omdat het de bedoeling is dat ik het ook doorgeef aan anderen die uiteraard zo sympathiek zullen zijn om het over te nemen (voelen we hier wat druk...?): bij overname is het de bedoeling dat je 11 dingen over jezelf vertelt, antwoordt op de onderste 11 vragen en zelf 11 vragen verzint voor degene aan wie je het doorgeeft. Nu dit klaar en duidelijk is, kunnen we van wal steken:

1.  Ik hou er niet echt van om dingen over mijzelf te vertellen. Dat begint hier dus al goed. Ik kan uiteraard wel algemene dingen gaan vertellen, maar echt essentiële zaken hou ik liever voor mij en mijn naasten. Dit geldt niet alleen voor de blog, maar ook voor facebook en twitter. Meningen spuien, dat is voor anderen. Of misschien heb ik gewoon niks te zeggen.

2. Ik word deze maand 15 jaar moeder. Het is nog maar sinds kort dat ik mij niet om de zoveel tijd de bedenking: 'Moeder?! Ik?!' maak. Het onwerkelijkheidsgevoel was hier bijzonder groot. Dat ik een moeder kon zijn. De schrik sloeg mij bij wijlen om het hart ('ik kan dat niet'). Ik voelde mij zelf nog een jonkie. Die tijd is echter voorbij: de bijna-15-jarige zal mij in haar 16e levensjaar inhalen qua lengte. Qua wijsheid nog niet, maar dat is natuurlijk iets wat ik alleen weet. Zij denkt daar anders over (en dat is haar goed recht. Ze is een puber). Anderzijds haal ik haar goed in qua rimpels. Daar is geen twijfel over.

3. Ik werk in een sector waar ik eigenlijk geen banden uit het verleden mee heb. Noch van thuis uit, noch via mijn studies. Dat is niet altijd evident, al moet ik zeker zeggen dat ik al immens veel heb bijgeleerd en het afwisselend werk heel fijn is. Mijn hart ligt echter nog altijd bij architectuur en kunst (en aanverwanten).

4. Soms wou ik dat ik meer geld had. Dat ik mij geen zorgen moet maken om een kapotte auto of wasmachine. Om een huis dat nog te verbouwen staat. Het lijkt me heerlijk om niet elke keer met schrik om het hart de stand van de rekeningen te moeten bekijken. Sommigen zullen zeggen dat ik, als ik ooit meer geld zal hebben, zal vergeten hoe het was en het niet meer zal kunnen appreciëren. Dat geloof ik eerlijk gezegd niet. 15 jaar geleden was ik nog zelfstandig. Ik zal nooit vergeten hoe ik toen heb moeten ploeteren en ik ben nog regelmatig blij dat ik dat niet meer moet meemaken.

5. Bovenal wou ik dat ik meer tijd had. Tijd om naast de dingen die ik moet doen ook nog eens de dingen die ik wil doen te doen. Dat is wel heel veel doen in één zin. Maar u begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel. De ziekte van deze.. tijd. Jawel.

6. In mijn hart zit een oud memeetje. Eentje dat verzot is op haar oude spulletjes en er geen afscheid van kan nemen. Eentje dat van veel dingen nog weet waar ze ze kocht (rommelmarkt en kringloop, baby!) en hoeveel ze betaalde. Eentje dat hoopt dat haar kinderen (en kleinkinderen) haar spulletjes zullen verdelen en nog voor heel lang aan haar zullen denken. Want dat deed ze ook met de spulletjes van haar eigen grootouders.

7. Ik kan ontzettend goed zwijgen. Het is misschien wel raar om dat over jezelf te zeggen, want dan lijkt het alsof je wilt dat mensen je dingen vertellen, maar geheimen zijn veilig bij mij. Ik wil trouwens niet echt dat mensen mij geheimen gaan vertellen, maar als iemand zegt dat ik niks mag vertellen, dan doe ik dat ook niet. Helaas heb ik al mogen ervaren dat zelfs dat kan misbruikt worden om mensen tegen elkaar op te zetten.

8. Ik ben niet bijzonder nieuwsgierig. Dat drijft mijn lief soms tot (een beetje) wanhoop, want plagerig dingen als 'dan zeg ik het niet' zeggen in de hoop dat ik dan mijn puppy eyes boven haal om het toch te weten te komen, mislukken danig. Meestal denk ik dan 'ok, dan niet' en is de kous ermee af. En dat vindt hij niet zo fijn.

9. Ik vind mijn pubers ontzettend leuk. Dat het eigenlijk wel twee brave kinderen zijn, zal vermoedelijk wel deels de oorzaak zijn. En natuurlijk word ik soms wel eens gek van hun sloddervosserigheid en hun humeurtjes nu en dan, maar bovenal zijn ze eigenlijk wel grappig en doen ze mij denken aan mijn eigen jeugdjaren. Er is trouwens niets leukers dan hen shockeren met 'kijk, dat vind ik nu eens een knappe vent'. De 'MOH MA-MA!!!' die daarop volgt: daarom doet een mens het dus.

10. Ik kan een goudvis nadoen. En een mug. En een puppy. En een kat. En een blaffende volwassen hond. En de waaiende wind. Maar ik doe het bijna nooit.

11. Ik vloek als een ketter en niet alleen in mijn auto. Toen ik vandaag nog eens het verhaal van de kilo lasagne, waarvan het schaaltje dubbelplooide toen ik het uit de oven haalde, opdiste, zei de jongste puber (die toen 5 of 6 jaar moet geweest zijn): 'Ja, dat weet ik nog. En toen moest je heel erg vloeken'. Zo zal ik dus herinnerd worden als ik ooit kom te gaan. Het vloekend memeetje met de oude spulletjes. U mag zelf een tekstje voor mijn grafzerk bedenken.


Dat was dat dus. Jullie hart loopt ondertussen ongetwijfeld over van vreugde omdat jullie dit allemaal nu te weten zijn gekomen. Tijd voor het beantwoorden van de vragen, als jullie het nog aankunnen tenminste. Ben ik trouwens even blij dat ik niet op die van Nachtbraker moest antwoorden, want daar had ik dus écht wel teveel over mijzelf moeten vertellen. Ik blog, ja, maar sommige dingen moeten niemand eigenlijk weten.


1. Op welke plek op aarde had je het liefst geboren willen zijn?
Daar heb ik nu nog nooit over nagedacht. Ik hou van België, zelfs van het volgebouwde aspect en het gruwelijk urbanisme. Als ik te lang in open landschappen zit, dan moet ik terug naar huis. Dus ik denk dat ik mag concluderen dat ik perfect gelukkig ben waar ik zit.

2. Welk voorwerp in jouw bezit is je het meest dierbaar?

Ondanks het feit dat ik veel spulletjes heb (zie het memeetje van hierboven), is er niets wat er echt uit springt. Aangezien mijn kinderen noch voorwerpen, noch mijn bezit zijn, kunnen zij hier niet komen opdraven. Ik vermoed dat mijn huis ook niet onder een voorwerp valt. Daarenboven is het nog voor een heel groot deel van de geldverstrekker, dus eigenlijk is het nog niet mijn bezit. Als ik dan iets moet kiezen, dan kies ik voor mijn computer. Mijn venster op de wereld, mijn link met hierbuiten, mijn mogelijkheid tot bloggen. Al klinkt dat nu toch wel een beetje alsof ik geen leven heb. Wat dus niet klopt. Niet, zeg ik u!

3. Op wiens talent ben je eigenlijk toch wel een beetje jaloers?

Ik heb niet echt iemand speciaal voor ogen, maar ik ben altijd wat jaloers op mensen die op iets komen waarvan ik denk: 'Damn, waarom ben ik daar nu niet op gekomen'. Ik kan ook wel een beetje jaloers zijn op iemand die heel mooi kan tekenen, schilderen, beeldhouwen of fotograferen.

4. Welk personage uit een boek zou je wel eens een dag (of langer) willen zijn?

Ook nog iets waarover ik nog nooit nadacht. Ik zie ook echt niet in waarom ik iemand uit een boek zou willen zijn. Ik wil eigenlijk niemand anders zijn. Is dat erg?

5. Welk aspect van je werk bevalt je het meest?

Het feit dat ik mijn werk zelfstandig mag doen. Ik kies wanneer ik dingen doe, doe ze op de manier die mij goed ligt. Autonomie en verantwoordelijkheid zijn heel belangrijk, dat leerde ik toen iemand mijn autonomie probeerde weg te nemen. Het had geen maand langer moeten duren, of ik zocht ander werk.Daarnaast ook het feit dat ik met heel veel mensen te maken heb. Er wordt nogal de nadruk gelegd op het uitbouwen van een netwerk en ik dacht in het begin: 'dat lukt mij nooit', maar eigenlijk heb ik na 5 jaar al een mooi netwerk met mensen die mij en mijn manier van werken appreciëren. Dat maakt mij blij.

6. Wat is je vroegste herinnering?

Dat weet ik niet. Ik ben zeer slecht in onthouden van dingen uit mijn jonge jeugdjaren. Ik weet nog dat we eens fondue hadden toen er bezoek was en dat mijn vader (tot groot jolijt van mijn moeder *kuch*) de ethanol te snel in de brandertjes deed en het vuur langs de keukenkast naar beneden liep. Gelukkig zonder al te veel erg. Ik ben ook ooit jaren aan een stuk boos geweest op de vervangjuf van het eerste leerjaar omdat ik mijn stiften niet mocht oprapen die ik per ongeluk had laten vallen. De tang! De oneerlijkheid! Ik weet ook nog dat ik bij mijn beste vriendin mocht gaan logeren toen mijn moeder naar het ziekenhuis moest omdat mijn ongeboren zus was gestorven. Nu nog ben ik ongemakkelijk bij het idee dat ik toen vooral blij was omdat ik bij haar mijn vriendin mocht gaan logeren. Ik was in alle gevallen een jaar of 6. Ik kan mij niet echt grote zaken van daarvoor herinneren.

7. Welk gerecht maak je het liefst klaar?

Ha! Ik vind koken een rotklus en als het niet zou moeten, deed ik het nooit. Helaas... Wat ik dus het liefst klaarmaak is iets wat amper werk is. Vis met tomaatjes en mozarella in de oven bijvoorbeeld. 10 minuten voorbereidend werk, 20 minuten in de oven en op tafel. Alleen jammer dat er dan nog altijd iets van aardappel of zo bij moet. Niks is ooit zo simpel als het lijkt.

8. Welke film kan je telkens opnieuw bekijken zonder hem beu te worden?

Zonder enige twijfel Bridget Jones Diary. De herkenbaarheid, heerlijk is dat. Al herken ik ondertussen ook gewoon elke scène uit de film. Ik ben trouwens behoorlijk blij met het nieuwste boek dat even leuk en grappig lijkt te worden als het eerste. Al zit er dit keer ook een serieuze kant aan, wat in de vorige twee niet het geval was. Welwel. Bridget wordt ouder.

9. Wat is het mooiste compliment dat je al ooit kreeg?

Ik denk dat dat 'je ziet er heel goed uit voor iemand van 40' was. Of: 'je bent knapper geworden met ouder worden'. Daar ben ik toch wel blij om, want ik was vroeger niet zo'n fan van mijzelf en mijn uiterlijk.

10. Hoe erg vind je liegen?

Ik hou niet van liegen. Ik ga niet zeggen dat ik nooit eens een onwaarheid vertel, maar ik voel mij daar niet goed bij. Ik ga nooit liegen over belangrijke zaken. Zelfs bijna nooit over onbelangrijke. In extreme gevallen, als iemand de waarheid niet kan hebben (of ik de waarheid niet kan zeggen), dan zwijg ik liever. Ik hou er ook niet van als anderen tegen mij liegen. Ik hou zelfs niet van blogs waarin overduidelijk gelogen wordt om er beter uit te komen. Dergelijke dingen irriteren me mateloos.

11. Wat is je favoriete liedje aller tijden?

Ik weet dat ik strikt gezien iets van Nirvana zou moeten nemen, maar eigenlijk is mijn all time favoriet nummer New Gold Dream van Simple Minds. Een favoriet nummer kan je 10 keer na elkaar beluisteren zonder het beu te worden. Ik denk niet dat dat met een nummer van Nirvana lukt, maar met 81-82-83-84 lukt dat dus wel. Ik zing het zelfs mee. Als er niemand luistert. Mijn goede daad voor de medemens binnen hoorafstand.


Nu is het de bedoeling dat ik 11 vragen verzin voor een aantal mensen die deze award (Liebster. Serieus. Van waar komt dat woord? En waarom in godsnaam 11?) in ontvangst mogen nemen. Ik probeer mensen te nemen die dit nog niet kregen, maar bij deze mag voor mijn part iedereen het stokje opnemen. Ik vind jullie allemaal tof.

1. Van welke gebeurtenis van de laatste week werd je ontzettend vrolijk en waarom?
2. Van welke gebeurtenis van de laatste week werd je ontzettend triest en waarom?
3. Champagne of een cocktail?
4. Welk moment zou je graag eens overdoen?
5. Hoe belangrijk is muziek voor jou?
6. Hoe belangrijk is een goede band met je collega's?
7. Trouwen of niet trouwen?
8. Je mag de job van je dromen kiezen. Welke kies je?
9. Heb je vrede met het ouder worden?
10. Vraag je je ook af wanneer die 11 vragen in godsnaam voorbij zijn?
11. Waarom blog je?

Ga je gang (als je wil):
two adorable men: Toomawashi en Elegant Slumming,
twee iets oudere getrouwen: Billy en Platoonline,
twee nieuwelingen in blogtown: Senorwauters en Broodconfituur.

En u, en u en u!





1 november 2013

De grenzen van de verdraagzaamheid

Ik geef het toe, ik ben niet altijd de meest verdraagzame mens. U fietst traag voor mijn neus en ik kan niet voorbij (met mijn fiets, met mijn auto heb ik hier gek genoeg weinig last van): ik word redelijk nerveus. U rijdt als een gek met uw auto voorbij en ik denk aan mijn kinderen die hiervan het slachtoffer kunnen worden: ik wens u een boom toe. U legt een cd van Milow op: daar heb ik zelfs geen woorden voor.

Maar anderzijds moeten we toegeven dat dit allemaal maar kleine ergernissen zijn die zich niet uiten in agressief gedrag ten opzichte van anderen. In mijn auto of in mijn hoofd vloeken, daar heeft amper iemand last van, denk ik zo (mijn lief gaat hier niet mee akkoord, hij vangt al eens de verbale en slechtgehumeurde vlaag). Het is niet zo dat ik een boom op een hardrijder ga gooien (als ik dat al zou kunnen) of dat ik de trage fietser ga omver duwen. Over de cd van Milow zwijg ik even wijselijk, die tart de grenzen van mijn verdraagzaamheid.

Het is dan ook geweldig shockerend om in mijn facebook tijdlijn berichten te zien van mensen die ik altijd als uitermate vredelievend en even uitermate intelligent beschouwde. De extreem rechtse en ronduit racistische praat die daar tegenwoordig uitgekraamd wordt, is werkelijk hemeltergend. Ik geef het toe, ik ben extreem rechtse praat niet genegen. Extremisme is trouwens altijd gevaarlijk, ik hou er niet van.

Verder is het ronduit beangstigend dat de grenzen van de verdraagzaamheid steeds enger worden. Iedereen valt elkaar maar aan, op elke mogelijke manier en op zowat elk medium. Het is allemaal nog te begrijpen als er humor mee gepaard gaat, maar in vele gevallen is de humor weg en wordt het griezelig. De verklikmaatschappij is niet ver weg en een mens zou bang worden om zijn mening te geven (al lijken velen daar niet echt last van te hebben). Wie nu een vriend is, kan snel een vijand worden. Er wordt niks meer verdragen van elkaar, de ander moet kapot, het maakt soms niet uit op welke wijze. En iedereen vindt het maar nodig om het te zeggen, in geuren en kleuren. Ligt dat nu aan het feit dat we met zoveel op elkaar zitten? Aan het feit dat we in een maatschappij leven waarin geld en bezit het belangrijkste goed is en iedereen die dat belemmert er maar aan moet? Aan het feit dat niemand meer content en blij is? Aan het feit dat we met zijn allen alles moeten en amper nog wat mogen, zelfs van onszelf? Aan het feit dat er steeds een schuldige moet aangewezen worden?

Het zoeken naar een schuldige lijkt trouwens de hoofdbekommernis geworden van mensen die zich willen laten horen. Of het nu de crisis is, de vergrijzing, de politiek of god weet wat. Ik vind dat een kwalijke zaak. Het zoeken van een schuldige voor dergelijke allesomvattende problemen is tijdrovend en leidt zelden tot oplossingen. Ze hebben dat ook al eens geprobeerd in de jaren '30 en vele malen daarvoor. Het smaakt alleen maar wrang achteraf. Voor iedereen.

Gelukkig zijn er nog de filmpjes met baby's die huilen als hun moeder zingt. Of kinderen die hartverscheurend mooi kunnen zingen op één of andere tv-show. Of vertederende puppy's die ons met honde-oogjes aankijken op facebook. Dat maakt alles weer goed. Tjah.

11 oktober 2013

Nijd

Het had wat voeten in de aarde (neem maar modder de laatste dagen), maar het duurde even tot ik aan Nijd toekwam. Ik mag echt niet meer bloggen op commando, zelfs niet van mijzelf, het werkt niet. Dan gaat het van 'ik zou moeten' tot een hele rij maars die allen steek houden. Voor mij toch.

Het duurde ook even tot ik echt nijdig was. Ik heb wat andere dingen gehad de laatste weken, maar nijd was er niet zozeer bij. Maar eer(?)gisteren was het prijs en ik dacht: laten we dat maar onthouden tot we nog eens tijd hebben om erover te schrijven. De ervaring leert echter dat wachten leidt tot uitstel en ik hield het gevoel vast. Het is algemeen geweten dat Nijd een gevoel is dat je niet te lang vast mag houden. Je wordt er ziek van.

Bij deze ben ik erin geslaagd al ettelijke woorden te gebruiken zonder ook maar iets te zeggen. Niet dat dat nieuw is trouwens.

Anyway: u hoorde het vermoedelijk ook wel een paar dagen geleden. Er werd een Nederlander opgepakt die meer dan meerdere pubermeisjes misbruikte, zowel in het echt als via het internet. De meisjes deden dingen waarvan je hoopt dat je eigen 14-jarige dochter ze niet zou doen. Op zich al een reden om te ontbranden van colère, denk ik dan. Maar het kan zo mogelijk nog erger. De reacties op de krantenartikels. Digitaal en via facebook. Normaal lees ik ze niet, maar het waren er nog maar een stuk of 6 en ik dacht: toe maar. Even kijken wat de gemiddelde Vlaming hierop te zeggen heeft. Walging alom, hoopt een mens dan. Maar neen. Eén of andere onverlaat durft het aan om hierop te zeggen: 'goed van hem, moeten die meisjes maar niet zo onnozel zijn'.

En dan hoop ik dat die mens een grote boom op zijn weg tegenkomt. Eén die hij niet meer kan ontwijken. Moet hij maar niet zo onnozel zijn.


6 september 2013

Spijt

Ha, denkt ge nu, ze voelt zich niet alleen over alles schuldig, ze heeft ook nog spijt van en over alles. Eerst schuldig dat ze dingen gaat doen, dan spijt dat ze dingen gedaan heeft. Of niet gedaan heeft. Er is voor alles een reden om spijt te voelen.

Aber nein (mijn oudste dochter heeft voor het eerst Duits, dus ik begin alvast wat te oefenen). Spijt staat helemaal niet in mijn woordenboek. Dat vind ik nu eens de meest nutteloze emotie ter wereld. Gedane zaken nemen nooit keer, dus er spijt van hebben, heeft geen zin. Dat heb ik al beslist toen ik een 18-jarige was. Of daaromtrent, het is niet dat ik het bewust beslist heb.

Op mijn 16e had ik nog even spijt van het feit dat ik in mijn colère ruzie zocht (en kreeg) met een potentieel vriendje. Omdat ik daarna nooit meer zou weten hoe het kon geweest zijn. Ondertussen weet ik allang dat het leven meer in petto heeft dat dat ene potentiële vriendje. Case closed.

Dit gezegd zijnde: morgen (of overmorgen of de dag erna. Als ik tijd vind. En ik ga mij daar niet schuldig over voelen als ik de tijd niet vind): nijd.


2 september 2013

Schuldig

Schuldig voelen, ik doe dat niet, zei de jong getrouwde enkele weken terug. Ze kent het niet, ze doet er niet aan mee. De nieuwbakken echtgenoot zei van wel. Ik stak het op zijn afkomst uit de westelijke kant van Vlaanderen, maar toen bleek hij bij nader inzien toch niet aan schuldig te doen. Tot zover mijn theorie. Ik benijd hen.

Ik ben een kei in schuldig voelen. Er schuilt een door de nonnen opgevoed kind in mij, vermoed ik soms. Hoewel ik van nonnen weinig last had in mijn verleden. De enige die ik mij kan heugen, is het nonneke dat mij in het eerste middelbaar aardrijkskunde gaf. Het jaar erna ging ze op welverdiende rust (niet de eeuwige). Of dat aan mij lag, weet ik niet, maar het is een feit dat mijn aardrijkskundige kennis zeker een reden kan zijn waarom lesgevers naar hun pensioen verlangen. Het was een braaf menske, zoveel was zeker. Mijn schuldgevoel kan daar niet zijn oorsprong in vinden.

Waar het dan wel vandaan komt, is een groot raadsel. Ik heb niet bepaald een katholieke achtergrond. Ik zal het eens aan mijn persoonlijke psycholoog moeten vragen. Die blijft soms bij mij slapen. Het zou wat ongezond zijn, ware het niet dat hij mijn lief is.

Maar goed. Schuldig dus. Omdat ik 'neen' zeg tegen een uitnodiging omdat ik tijd voor mijzelf nodig heb. Omdat ik mijzelf niet in 4 kan delen. Omdat ik soms mijn geduld verlies over het feit dat het jongste kind secuur maar ook traag is. Omdat ik soms mijn geduld verlies omdat mijn oudste ouder wordt en mascara en nagellak het van het vindt. En ik vind mascara vies. Omdat ik mijn werk altijd op het laatste nippertje afwerk. Omdat ik dingen moet doen waar ik geen tijd voor heb. Omdat ik altijd vergeet naar de dokter/tandarts/kapper te bellen. Omdat ik kwaad ben op hem over dingen waar hij niet aan kan doen. Omdat ik vrienden vergeet op te bellen. Omdat ik soms voor dingen geen zin heb. Omdat ik soms echt heel lelijke dingen kan denken. Omdat die dingen niet weg lijken te gaan, maar altijd erger worden. Omdat ik een grote mond heb. Omdat ik dingen beloof en er dan geen zin in heb (maar ik doe ze wel altijd omdat ik mij dan nog schuldiger zou voelen). Omdat ik verder moet werken aan mijn huis en altijd andere dingen doe. Omdat omdat omdat.

Er zijn nochtans zat redenen om mij niet schuldig te voelen over al die dingen. Alleen lijken ze mij nooit te overtuigen.

Het zal toch aan de nonnen gelegen hebben. Ik kan het toch niet op onze nonkel pater steken zeg. Die brave mens.




31 juli 2013

Over de grens

De grens der verdraagzaamheid durft alhier al eens laag liggen. Dit ligt meestal niet aan één ding maar aan een opeenstapeling der dingen. Het spreekt voor zich dat dit geen leuke dingen zijn, al durven ook de leuke uitputtend zijn, wat dan weer gevolgen heeft voor de verdraagzaamheid.Vermoeidheid, het is iets. Iets ambetants. Er was een tijd dat ik er nooit moe uitzag. Dat was in de tijd dat ik jong was. Studeerde. Zelfs toen ik nog kleine kinderen had. Ik was wel moe, maar ik zag er nooit moe uit. Tegenwoordig word ik al eens met mijn neus op de feiten gedrukt ('je ziet er moe uit'). Zeg dus maar: hardhandig geduwd. Hoewel ik net een spiegel in mijn badkamer ophing, weiger ik erin te kijken. De confrontatie is niet bevorderlijk voor mijn humeur. Ik ken dat mens niet dat terugkijkt. Ze ziet er precies zo moe uit.

Anyway: ik verlang naar rust. Naar het stoppen van de verbouwingswerken naast de deur. Op zich allemaal niks op tegen (ik moet ook nog verbouwen), maar er gingen enkele zenuwslopende momenten aan vooraf. En oh wait: het is bouwverlof. Die periode waarin de aannemers op reis gaan. Hoort u dat, mijn beste? Ver. Lof. Uitroepteken en veelbetekenende blikken.

Ik verlang ook ontzettend naar het verhuizen van de buren van het lief (weinig kans, het zijn krakers) die met hun lawaai en ontzettend asociaal gedrag mijn zenuwen de hoogte in jagen. Naar het begin van mijn rustvakantie (oja, keep on dreaming). Naar een proper en afgewerkt huis (oja, keep on dreaming in 't kwadraat). Naar ononderbroken slaap die minstens een volle 8 uur duurt. Naar een volle zak geld. Al zal dat dan wel weer stress met zich meebrengen.

Het is ook nooit goed.

(maar voor de zekerheid: laat die zak geld maar komen)

22 juni 2013

Het einde is zoek

"Ik heb mijn hielen nog niet gekeerd, of jullie hebben zijn radio alweer verzet", is zowat de meest gehoorde zin uit mijn mond dezer dagen. En neen, ik bedoel niet verzet van plaats, want ik weet dat er zijn die het al denken. Ik bedoel: verzet van station. Van zender. Van muzieksoort.

Het is een groot gemak te weten dat ze nooit Klara zullen kiezen. Klara behoort bij mijn ander leven dat dat een muziekgat van bijna 5 jaar in mijn cultuur sloeg. Mijn cultuur dus, niet die van een ander. Het is een ongemak dat ze niet Studio Brussel kiezen, want dat wil ik. Het zou op zijn minst een stuk handiger zijn en de afstandsbediening zou niet om de haverklap in huis rondslingeren.

Hoe dan ook: het is een feit dat ik nu al dagen ineens naar MNM luister. Niet de snoepjes (die roepen hooguit in de winkel eens als ik passeer), niet de zanger (die mag soms eens in de cd-speler), maar de muziekzender. Want daar, beste vrienden, worden heden ten dage de studenten bediend met een marathon. En dat willen de meiden horen.

Ik had liever een sprakeloze marathon gehad, want ik word wat zenuwachtig van dat gezellig gebabbel. Examens, jongens, examens, die horen niet leuk te zijn. Minstens irritant, hoogstens hemeltergend, maar nooit leuk. Daar zijn ze leuk. Daar wordt gelachen. Zotjes.

Het verzetten was tot op heden een ritueel waar ik mij nooit van bewust was tot het voorbij was. Telkens ik de kamer uit ging, was het prijs. In pré-radiotijden ging het om de klok. Ik heb zo'n marmeren klok uit de jaren '30. Past perfect bij mijn schouw uit de jaren '30, die niet geheel toevallig in mijn jaren '30 huis staat. Hier woont een ware interbellumfan. De klok werkt niet meer. Hij zou het doen, mocht ik een sleuteltje laten maken om hem op te winden, maar organisatorisch zit ik niet zo in elkaar. Ik weet dat ik het moet doen, maar ik vergeet het altijd op cruciale momenten. Zo is mijn leven. De klok blijft dus stil. Maar de wijzers niet. Om de zoveel tijd werden die verzet.  Toen ik vroeg wie dat deed, kreeg ik alleen geheimzinnig ge(glim)lach. Ik heb nooit achterhaald wie het deed.

Nu is de radio aan de beurt. Altijd stiekem, tot vandaag. Vandaag gebeurde het verzetten toen ik erbij zat. Dat hadden ze nog nooit gedurfd. Het einde is zoek.


19 juni 2013

En met bruin-zonder-zon moet je ook niet afkomen

Ik vind persoonlijk dat het hoog tijd wordt. Meer dan hoog tijd trouwens. Ik wacht er al 42 zomers op en als dat hier niet rap gaat gebeuren, zal ik meer dan de helft van mijn leven zo doorgebracht hebben, als we al niet voorbij de helft zijn. Zo onmodieus. Zo verdomd wit.

Er waren jaren dat ik het mij niet aantrok. Ik vermoed dat we over die eerste 6 jaar van datzelfde leven kunnen spreken. Daarna was het om zeep. Om de zoveel tijd, vooral bij zomerse temperaturen, was het blijkbaar een must om mij te wijzen op mijn witte benen. Alsof ik blind ben en het mij nog nooit opgevallen was. Du-uh. Idem voor mijn rode wangen trouwens. Nog zo'n zegen waarop telkens moest gewezen worden. Mijn bovenste en onderste uiteinden matchen duidelijk niet met elkaar.

Ik vind dus dat het hoog tijd wordt, want mijn huidspecialiste zegt het trouwens ook. En zij kan het weten. Hoog tijd dus dat dat bruin kleurtje uit de mode is. Hoog tijd dat jullie, bruinende medemensen, eens heel de zomer met een lange broek moeten lopen en ik voor de verandering de rokjes boven mag halen. Daar wacht ik nu al bijna heel mijn leven op. En dat is lang als ge wacht, ik zweer het u.



3 juni 2013

Spinnen

Lang blond haar hebben ze, allebei. Hun moeder heeft meer van de kortere donkerblonde soort, de lichtere delen zijn uit een potje. Of ik vermoed toch dat het uit een potje komt, ik doe bij de kapper altijd mijn bril af, dus ik weet niet zo goed wat ze daar achter mijn rug uitspoken.

Lang blond haar, want dat kleurt zo mooi bij mijn zwarte was. Of blauwe. En zelfs groene of rode. Soms vis ik er hele nestels uit, al waren het blonde spinnen met extreem lange poten. Ik laat ze buiten vrij, want wat moet een mens daarmee, hé, met blonde spinnen? Die nestelen zich toch maar behaaglijk in de echte spinnenwebben. Want die echte, die steken ook wat uit, daar achter mijn rug.

Soms wou ik dat korte coupes in de mode waren, maar dat is voor oudere dames. Zoals ik. Zij zullen het nog even lang houden. Tot ze alleen gaan wonen en zien dat alles in hun was terecht komt, vermoed ik. Zo gaat dat.

17 mei 2013

Propaganda

In het kader van cultuur vind ik toch al eens dingen mooi waar ik eigenlijk niet achter sta. Kunst wordt meermaals misbruikt om propaganda te voeren of om mensen te overtuigen en braaf te houden. Onze katholieke voorvaderen hadden een kunstschat om u tegen te zeggen. Allemaal bedoeld om de mensen bang en stil te houden, maar niettemin: kunst. Ondertussen zijn we niet meer zo gevoelig voor dat middeleeuws gehersenspoelsel (ja, ik weet dat dat woord niet bestaat) en bekijken we die kunst anders. Bijna geen mens die nog denkt dat hij in de hel zal terecht komen, hoe goed Jeroen Bosch dat ook schilderde.

Anders is het met (voor)oorlogse propaganda. Die periode ligt nog redelijk vers in het geheugen. Terecht. Bemerk dan ook mijn onbehagen toen ik vorige week de films van Leni Riefenstahl verzameld zag liggen. Ik weet immers dat mevrouw Riefenstahl een icoon is op filmgebied. Haar 'Olympia' is een staaltje van vernieuwend filmen geweest en eigenlijk heb ik een zwak voor oude zwart-wit films, zeker als ze baanbrekend zijn geweest. Ik heb hier ook 'Metropolis' van Fritz Lang liggen, wat, naast een mooi liefdesverhaaltje, ook een aanklacht tegen de uitbuiting van arbeiders was. Gek genoeg was Fritz de eerste keuze van Hitler. Hij wou echter niet. Leni wel.

Het kriebelde dus. Ik koop ze wel. Ik koop ze niet. Of toch wel. Neen, toch niet. Ik denk er nog even over na. Het is nogal duur. Twijfel twijfel twijfel. Daarnaast heb ik het idee dat ik geen films in huis wil waar ik ethisch gezien niet achter sta (de esthetiek is mij soms minder belangrijk, ik zal het maar zelf zeggen vooraleer het lief het komt vertellen) of bang voor ben. Hier dus geen horror. Maar dit terzijde. Al valt de nazipropaganda ook onder horror te klasseren. Maar goed, ik liep dus met een dilemma rond. Tot ik de bon van 50 euro die ik een half jaar geleden kado kreeg op de kast zag liggen. En nu heb ik nazipropaganda in huis.

Maar misschien is dat niet slecht. Ik blijf immers het idee hebben dat we dit beter goed leren herkennen. De geschiedenis herhaalt zich naar het schijnt altijd.

15 mei 2013

Oud

Sommige dingen associeer ik met oud. Ik niet alleen, vermoed ik, maar het spreekt voor zich dat ik hier niet voor de helft van de wereldbevolking spreek. Als ik al zou mogen, dan zou ik het nog niet willen. Ik moet al genoeg doen wat ik niet wil. Ik werk.

Neem nu: tanden laten trekken. In mijn hoofd ben je oud als je tanden moet laten trekken, tenzij het in functie van een mooi gebit is. Ik denk niet dat mijn nu 14-jarige het mij anders in dank zou afnemen dat ik haar een tweetal jaar terug al oud zou gevonden hebben. 4 tanden gingen er toen uit. Bij haar, niet bij mij. Maar anyway: in mijn hoofd ben ik dus oud geworden. Zo'n twee jaar geleden voor het eerst, deze week voor de tweede keer. Het zat er al aan te komen, ik had namelijk een paar exemplaren die de naam 'tand' niet waardig waren. 'Wortel zonder zenuwen en met 1/3e tand en 2/3e vulling' ware beter. Maar nu zijn die bijna allemaal weg. Ik hoop niettemin dat de laatste niet-tand het nog lang volhoudt. Dat lijkt me voor iedereen beter.

Het begon nochtans allemaal goed. Een jonge tandarts die vol goeie moed een vulling wou plaatsen (makkie), mijn tanden wou schoonmaken (even buiten de kokhalsreflex van ondergetekende gerekend) en de tand wou gaan trekken. Dat ik niet mocht schrikken, want hij zou afbreken. Ok, dacht ik, been there, done that. De vorige wou er ook niet zo graag uit. Mijn tandwortels houden van mij, zoveel is zeker. De vorige keer werd het een hels karwei dat een deel van mijn kaakbeen kostte. Maar dat was 2 jaar terug en ik was het al een beetje vergeten. En daarbij, dit keer zou het beter gaan. Dacht ik.

Ok, het lijkt alsof mijn kaakbeen er nog intact is. Het lijkt ook alsof alles van de tand verdwenen is. Ook de vasthoudende wortel met weerhaken. De smeerlap. Daar ligt hij dus: in stukjes. Na meer dan een half uur zwoegen en zweten. Het laatste kwartier met twee tandartsen en schijnbaar nog minstens één assistente. En dat allemaal voor 60 euro. We kunnen niet zeggen dat dat vet betaald is.

Maar goed, hij is eruit. Vrijdag mag ik op controle en mijn wang zit niet dik. Mijn mond is wel een beetje gescheurd en mijn onderlip gekneusd, maar verder zie ik er niet uit alsof ik gemarteld werd of slaag kreeg. En ach: het is niet alsof ze er veel aan konden doen, de tandartsen. Ik heb gewoon koppige en vasthoudende tanden. En ik ben kranig, dat zeiden ze meermaals.

Een kranig oud vrouwtje. That makes my day.




3 mei 2013

Een halve waarheid is geen waarheid

Ik erger mij de laatste tijd meer en meer geel, groen en blauw aan allerlei praatjes en mensen-die-het-even-gaan-zeggen. Iedereen met een mening gaat die fijntjes even verkondigen. Te pas en te onpas, maar dan bij voorkeur te onpas. Zo ook daarnet weer op facebook. Niet bij de krantenberichten, want wat je daar leest, loopt meestal de spuigaten uit. Zo ook vandaag waar meerderen het reduceren van de grote vakantie ten overvloede bespuwen. Vol taalfouten. 'Jullie waren beter het hele jaar door geweest', denk ik dan. Los van mijn mening over het inkorten van de grote vakantie. Ik heb die nog niet. Nog niet genoeg over nagedacht. Ja. Nagedacht. Dat wat mensen met hun hersenen horen te doen, zeker vooraleer ze een mening gaan verkondigen in het openbaar.

Maar goed, ik wijk af. Vandaag stond op facebook een bericht van iemand over nieuwe regelgeving. Geen leuke, ik geef het toe, maar meteen weer iemand die toch even gaat verkondigen dat het 'de schuld van België is'. Pardon?! Ten eerste gaat het over Vlaamse materie. Het kan dus hooguit 'de schuld van Vlaanderen zijn'. Ten tweede wordt het opgelegd door Europa. Dat weet ik nu eigenlijk toevallig omdat ik er via mijn werk mee te maken heb. Dus ik deed wat ik normaal nooit doe in zo'n geval: ik heb gereageerd.

En nu zit ik er mij al heel de avond in op te jagen. In al die domme opmerkingen. Die dwaze prentjes waarbij het loon van een minister vergeleken wordt met al die andere categorieën. Want ja, natuurlijk, wij hebben een gelijkaardige verantwoordelijkheid. Waarmee ik zelfs niet eens wil zeggen dat ze dat grote loon effectief verdienen, maar wie ben IK in godsnaam om te weten of dat loon al dan niet gerechtvaardigd is? Heb ik die verantwoordelijkheid? Neen dus. Moet ik zoveel werken? Neen dus. Hangt het lot, inkomen, de levensstandaard van mensen en het milieu van mij af? Neen. Moet ik beslissingen nemen waarvan ik nachten niet kan slapen? Zelden.

En laten we het dan nog even over de petities hebben. Over het kappen en vervangen van bos bijvoorbeeld. Door het agentschap natuur en bos. Die stouterds, ja, die kappen dat natuurlijk voor hun plezier en om de mensen te pesten. Niet omdat ze van Europa doelstellingen moeten halen en natuur moeten creëren. Creëren, ja. Want natuur is geen natuur meer. Die wordt gemaakt en, als ze er al is, onderhouden. Maar dat weten ze blijkbaar niet, daar bij die petitie. Of het past niet in hun kraam. Ik weet al sinds mijn vorige werk dat petities zwaar te wantrouwen zijn. Ik onderteken ze dus nooit. Al zeg ik daarom -alweer- niet dat ze hun waarde niet kunnen hebben in sommige gevallen.

En met al dit hierboven, heb ik mijn afwas 'opgevrolijkt'. In mijn hoofd. En nu kruip ik weer in mijn kot en hou ik mijn meningen vanaf nu weer voor mijzelf. Dat gaat mij beter af. Kan ik weer hoofdschuddend lezen wat overal verkondigd wordt.


26 april 2013

Back in time

Het is zover, we zijn met zijn allen zo'n 30 jaar teruggekeerd in de tijd. Denk dat tablets, smartphones en computers weg en we zijn weer waar we toen waren: de moeders naaien zelf de kleren, blijven zoveel mogelijk thuis en de pubers dragen skinny broeken en wijde pulls en t-shirts. De ouders krijgen de kriebels van de muziek van hun kinderen (en ja, ik dacht ook dat mij dit nooit zou overkomen, ik-verdraagzame-moeder) en de kinderen krijgen de kriebels van de muziek van hun ouders. Het enige verschil is dat deze moeder hun muziek soft vindt en zij moeders muziek hard. Er is toch iets veranderd in die 30 lange jaren.

Voor de rest blijven de pubers gezusterlijk ruzie maken. Mijn vrouwelijke collega's en vriendinnen met zussen beamen het. Kat en hond in de pubertijd. Ik kijk al uit naar een paar jaar verder, serieus waar. Maar nu ook weer niet al te hard, want zelfs pubers zijn zo lief, meneer, mevrouw. Ik kreeg vandaag te horen dat de ene vriendin thuis alles mocht. De andere mocht bijna niks. Ik was de middelmaat. Daar was ik maar even blij mee, met de middelmaat zijn. Wie had dat ooit gedacht. Ik ben een middelmatige moeder in het toestaan van dingen. Mooi is dat. Ik kan mij niks beters indenken. Ik zal er ook maar van genieten voor zolang het duurt. Voor je het weet, zit je weer in het verkeerde laatje.

Ik onthoud alvast dat ik al mijn kleren op de zolder leg en spaar voor binnen 30 jaar. Ik doe hetzelfde met die van hen. Kunnen ze het weer aan de volgende generatie doorgeven.

Toch spijtig dat die gruwelijke kapsels in de jaren '80 blijven hangen zijn. Dat had er ook nog mooi bij gepast, bij die kleren. Maar misschien is het op komst. De mode-industrie heeft dat natuurlijk allang gepland. Coming our way in 2015. Wait and see. En hou uw potje extra strong gel maar al klaar.

19 april 2013

Wat at u die tweede maandag van de paasvakantie?

U hebt vermoedelijk geen idee, maar ik weet het nog. Wij aten veel te veel dessert, zowel in de namiddag als na het eten zelf en wij aten tajine. Of toch wat erin zat. Ik vond het lekker, al is er wel meer smaak met lamsgehakt. Maar het moest veggie. Zodoende.

Zij, zij, zij en zij waren er. Zij was jammerlijk afwezig omwille het 'knuffelen van haar wc-pot', zoals ze zelf heel plastisch uitdrukte. Een mens zou voorwaar nog willen om het nog eens mee te maken, tot je hoort wat het is. U leest het hier. De lust in wc-potknuffelen zal snel over zijn.

Eigenlijk werd door Ruimtevisser al uitvoerig beschreven hoe het was. Het is wat onzinnig om het te herhalen als iemand het zo goed uitlegt, dus ga lezen, zou ik zeggen. En weet dat het goed wat. Meer dan goed. Ontzettend geestig.

Een nieuwe afspraak is in de maak. Dat wordt barbecue. Veggie. Ik ben al benieuwd.




4 april 2013

En wat eet u volgende week maandag?

In de tijd dat ik chips als avondeten at (niet elke dag uiteraard), woog ik 7 kilo minder dan nu. Dat betekent toch al iets, zou een mens denken. Ik at dus vanavond chips als avondeten. Zo. Dat zal ze leren. Gelieve niet te vragen wie 'ze' is. Dank u.

Maandag heb ik een huis vol vrouwen. Mogelijks ook vol kinderen, maar dat weet ik nog niet. En met 6 vrouwen zit mijn huisje al behoorlijk vol, ja. We zullen koken. Goed ja, we zullen voornamelijk de oren van elkaars hoofd kletsen en wat groenten in stukskes snijden, maar officieel heet het koken. Iets met recepten doorgeven en van vegetarisch doen. Al was ik al van plan om voor de niet-veggies (zoals ik dus) iets bijhorends klaar te maken, maar dat zal vermoedelijk niet mogen. Of ik kan het niet vragen en misschien komen ze hier niet lezen en kunnen ze het niet komen verbieden. IJdele hoop, fluistert een stemmetje in mijn achterhoofd.

Het probleem is alleen: ik weet nog niet wat ik moet klaarmaken. Op zich is dat geen probleem, ik ben zo van korte termijn planning. Van zeer korte termijn planning. Concreet betekent dat dat ik maandagmorgen boodschappen ga doen met het lijstje dat ik ten vroegste zondagavond ga maken. Ook als ik bezoek heb, ja. Zo ben ik.Tenzij ik tajine ga maken, want dan moet ik mijn tweede tajine nog 24 h in 't water leggen. Vooraleer in er weer één zonder bodem heb. Dat van die ezel, u weet wel.


19 maart 2013

Levensecht

Dromen, ik doe het niet zoveel (of weet het meestal niet meer), maar als het moet, kan ik het levensecht. Vooral als het over overleden mensen gaat, zot genoeg. In mijn dromen zijn ze niet dood, dan praten ze tegen mij. Ik had het al voor een aantal maanden nadat mijn grootmoeder overleed. Ze kwam in mijn dromen tegen mij praten. Serieuze dingen, ik denk niet dat ze ooit in haar leven zo'n serieuze dingen zei tegen mij. Bizar. Meermaals kwam ze langs bij nachte en toen ik wakker werd, was ik er dagen niet goed van. Niet als in: ziek, maar als in: nadenkend.

Sinds het overlijden van mijn collega, bijna leeftijdgenoot, zijn er meer dan twee maanden verstreken. Het besef dat ze er echt niet meer is, sijpelt langzaam door. Heel langzaam weliswaar. Maar sinds vorige week droom ik weer. De eerste was wat vaag, maar die van vorige nacht was levend en wel. Zo levend dat ik even moest nadenken toen ik wakker werd. Helaas, ze is er nog altijd niet meer. In mijn droom zei ze nochtans: 'Elke, ik heb maar een week meer'. Weerom zot genoeg, omhelsde ik haar huilend. Ik had toen moeten weten dat het niet echt was, wij huilden niet samen, wij lachten en waren optimistisch. Zelfs bij de (echte) 3 tot 6 maand was zij optimistisch. Wij wat minder, maar dat zeiden we niet, we waren optimistisch mee. Dat wou ze graag.

Maar nu komt ze al eens langs bij nachte. Ik vind dat niet griezelig, het is om één of andere reden wel fijn, dat napraten. Er valt nog wel één en ander te zeggen.

17 maart 2013

Hip

Ik kocht zo'n half jaar geleden een blender. Ik keek daar al jaren naar, maar kocht er geen. Geen plaats, te duur, teveel afwas, weetuwel. Maar toen zag ik er eentje in het Kruidvat staan en die was niet duur. Mijn waterkoker kookt toch ook al lustig zo'n jaar of 8 en hij komt ook uit het Kruidvat, ik wou het gokje wel wagen. Dus ik nam hem uit de doos, waste hem af (het zijn afwasdialogen voor iets natuurlijk) en zette hem in de kast. Achteraan in de kast, daar waar nog een plaatsje is tussen de twee krommingen van de potten (ene stapel) en pannen (andere stapel). Daar bleef hij staan tot de dochter hem ontdekte. De smoothiemaker was geboren. Ze heeft nog een maand of twee moeten wachten vooraleer we eindelijk eens zo slim waren om op een weekdag er aan te denken dat we veel fruit nodig hadden, maar ondertussen zijn we zo ver geraakt.

Al twee maal maakten we smoothies. De spits werd afgebeten door de dochters. Het sapje kon net door een rietje en er werd besloten de tweede maal meer versgeperst fruitsap bij te doen. De tweede maakte ik. Ze beweerden dat hij toch iets minder stevig was, maar ik geloof er geen snars van. Onze smoothies zijn eetbaar. Met een lepel. Vroeger heette dat gewoon fruitpap. Nu zijn we hip.

15 maart 2013

Die avond op de trein.

Het komt al eens voor dat ik voor het werk naar Brussel moet, maar vandaag mocht ik. Ik had een collega die ons verliet en dus ging ik haar nog even opzoeken (en een glaasje wijn drinken). Het komt blijkbaar niet zoveel voor dat ik op vrijdag naar Brussel moet, want het fenomeen van vandaag was mij iets vreemder: studenten op de vrijdagavondtrein.

Ik had liggen dutten tussen Brussel en Gent. Dat lag uiteraard niet aan de wijn. Het beste bewijs is dat ik in het doorgaan ook lag te dutten en toen was er geen sprake van wijn geweest. Anyway: het was een geluk dat ik niet tussen Gent en Brugge wou dutten, want daar zou ik lelijk bedrogen uitgekomen zijn. Er werd duchtig naast mij gebabbeld. Op zijn students. Over bier en (andere) drank, over uitgaan, over dat er moest geleerd worden maar dat het er niet van kwam, over dronken zijn en over het gevaar van op je bakkes krijgen. Verbazingwekkend weinig over school eigenlijk. Al mocht dat omwille van de vorige misschien niet verbazen.

Het was niet dat ik mij ergerde eigenlijk, ik vond het ontzettend amusant. Ze zullen het vermoedelijk niet gemerkt hebben, maar ik ben tussen Gent en Brugge geen 5 blz. verder in mijn boek geraakt. En toen viel mij met de kracht van een blikseminslag binnen dat mijn oudste dochter binnen 4 jaar daar ook wel eens zou kunnen zitten. En over uitgaan en drinken en nietoverschool zou praten. En over hoe chill alles wel is. Chill ja.

Owmygod dacht ik. Maar die uitroep zal vermoedelijk al uit de mode zijn.

11 maart 2013

Ongepast drankje

Wel, dacht ik, als de lente niet naar Elke wil komen, dan gaat Elke naar de lente. Niet reisgewijs, mijn financiën laten dat niet toe, ik doe dat anders. Ik trek mijn frigo open en haal er de fles sangria uit die vorig jaar niet leeg raakte wegens dat ik die nog halfweg de herfst open deed. En zo midden in de winter smaakt dat niet zo geweldig. Nu ook niet, maar ik volhard in de boosheid. Mooi weer zal het worden! Daar heb ik zelfs een verdomme voor over. Dat het lente gaat worden. Verdomme.

10 maart 2013

Bon

Gisteren ging ik met twee vriendinnen-collega's iets eten voor mijn verjaardag. Voor wie nu al spontaan een happy-birthday-to-you wil aanheffen: hold your horses, het evenement is alweer enkele maanden verleden tijd. We zijn al niet bepaald stipt in het verjaardag-vieren-ding en daarenboven stak de griep al een stokje voor onze vorige afspraak. Bij deze werd het dus gisteren.

Dat is altijd leuk, dat partijtje. De deal is dat we gaan eten en naar de cinema gaan en dat de jarige niet mag rijden en niet moet betalen (buiten dan eventueel het drankje achteraf, maar daar ontstaat ook altijd discussie over). Ik werd dus mooi tijdig opgehaald en de traditionele uitstap naar de pizzahut was een een feit. Het moet niet altijd het beste van het beste zijn en een pizza kan al eens smaken.

Bij de verjaardag hoort ook altijd een kado. Dat is altijd fijn, zelfs na datum. Mijn presentje was een ikea-bon. Ik ben daar blij mee, ik behoor niet tot het soort mensen dat bonnen met opgetrokken neus bekijkt, integendeel. Het enige ambetante aan zo'n bon is dat er niet altijd op staat hoeveel er op zit. Zo dus ook niet op die van Ikea. Niet dat ik persé wil dat er veel op staat, maar het is wat moeilijk als je naar de winkel gaat. En het is bepaald eigenaardig om aan de gever te vragen hoeveel er op staat. Dat wordt weer spannend in den Ikea de volgende keer.

Maar gelukkig niet zo spannend als die keer dat ik 'saldo ontoereikend' kreeg en daar stond met al mijn aankopen. Zelden zo gelachen in mijn leven.

Not.

4 maart 2013

Bib

Tot nu toe gingen wij naar een klein bibliotheekje in het gehucht waar de lagere school van de kinderen gevestigd was. Een vaste waarde in onze om-de-zoveel-tijd-uitstappen, altijd een fijne plek om te komen, altijd een vriendelijke mevrouw die ons ook altijd iets kon voorschotelen wat we mooi en leuk vonden om lezen. Nog altijd trouwens, we zullen haar niet in de steek laten, maar dit weekend kwam een kantelpunt. Dit weekend gingen wij immers mee met het lief naar de hoofdbibliotheek in Gent. Alweer de lezende dochter vol bewondering zuchtte: 'ik heb in dit rek alleen al 5 boeken gevonden die ik wil lezen en ik ben nog niet aan het einde'. Het was een klein rekje, dus dat beloofde niks dan goeds.

Moeder hier besloot dan maar eindelijk nog eens te gaan voor de inschrijving in 'de grote bibliotheek'. Niet die van Gent, dat zou ons letterlijk te ver leiden, maar die van Brugge. Daar was ik de laatste weken al een aantal maal opleidingsgewijs te vinden en nu gingen we voor echt. Zij had in een mum van tijd 6 boeken bij elkaar (want we mogen ze 4 weken houden, welja) en ik wist niet waar eerst gekeken. Ik stopte dan maar bij Giacometti en de lekker-lees-weg chicklit. Want ik heb -in tegenstelling tot mijn 12-jarige- maar vier weken en weinig tijd.

En als u mij nu wil excuseren? Ik ga mijn avond wijden aan één van mijn favoriete kunstenaars. Hij zou u danken, ware het niet dat hij in 1966 gestorven is.


25 februari 2013

Maar de essentie hebben we mee. Ja, echt.

Ik dacht dat het deze week warmer zou zijn. En droog, dat ook. Ik heb precies weer iets niet goed begrepen. Dat gebeurt al eens meer.

Vandaag tijdens de vergadering bijvoorbeeld. Soms voel ik mij daar de loser van de hoop, snap ik de helft niet van wat er gezegd wordt. Eerst duurt het een kwartier vooraleer dingen beginnen door te dringen. Dan lukt het doordringen wel, maar het snappen nog niet. Eens dit eindelijk gebeurt, zijn we al 2 punten verder.

Maar gelukkig blijkt op het einde altijd weer dat ik niet de enige ben. Er is hoop. Ik ben niet alleen.

Maar hoe zit dat nu eigenlijk met dat weer?

24 februari 2013

Je moet wel, er is geen andere optie

Ik ging vroeg slapen, dacht ik, maar ik wou eerst nog even bellen naar de vriendin met slecht nieuws. Kanker, een soort waarvan je niet kan genezen, maar die wel toekomst biedt om ermee te leven. Als je geluk hebt, maar dat is altijd zo met die dingen. Pak je een lotje en je ziet wel of het geluk brengt.

Ik zou niet zo lang bellen, ze zou wel moe zijn. Ze was moe, maar lag al heel de dag in de zetel. Ze had tijd. Ik werd overspoeld door de laatste weken en maanden. Ik zie haar niet zoveel en we hebben ook geen gemeenschappelijke vrienden die het nieuws hadden kunnen brengen, dus ik wist het nog niet zo lang. In het begin hadden we gemaild, want ze was er slecht aan toe. Er viel dus veel te vertellen. Ik maakte tijd en stelde mijn slaap uit. Dat doe ik morgen wel op de trein.

Er was veel moed en er werd gelachen. Het was lastig geweest, maar nu was het beter. Het zou weer lastig worden, maar daarna ging ze weer werken. Weeral pakken moed, dacht ik. Ik hoop dat het dit keer wel werkt.

23 februari 2013

Met zijn allen aan de selder

Dat wij een beetje gaan afvallen, hij en ik. Niet teveel, want dan bestaan we niet meer, maar net genoeg om weer comfortabel in de kleren te passen. 't Is anders wel zonde van al die kleren.

En bij deze weten we waar we ons massaal op moeten storten. Selder. Met kilo's! Als je je dagelijkse hoeveelheid kilocalorieën binnen wil spelen in selder, dan mag je als vrouw tot meer dan 14 kilo gaan. Iets zegt mij dat een opgeblazen gevoel uw deel zal zijn, maar dat moeten we er dan maar voor over hebben.

21 februari 2013

Never ending story

Van pakweg mijn 12e tot mijn 25e moest ik het horen van mijn moeder (mijn vader was veel uitlandig voor zijn werk): dat 'mijn' muziek nogal luid en hard was.

Van pakweg het 12e jaar van mijn kinderen (en vooral van de oudste) moet ik het horen van hen: dat 'mijn' muziek nogal luid en hard is.

Dat het ook nooit goed is zeg. En dat ik niks te zeggen heb, dat ook.


19 februari 2013

Eigen lof stinkt. Dus doen we het op een ander.

In een ondertussen een beetje ver gevorderd verleden deden we van dit bij ons aller Sanseveria. Koken zonder vlees en doorgeven. Ik ben precies al een beetje vergeten wat het concept ook alweer was, maar dat zal aan mijn lichte aversie aan de naam van de eerste vrouw liggen die aan de basis ligt van dit alles. Adam. Eva. U weetwel of u weetniet. Anyway: de aardvrouwse naam is ook de naam van een groepering waarvan ik een klein beetje jeuk krijg op plaatsen waar ik niet kan krabben. Gevolg van een overkill door een vorig lief. Don't ask. Die jeuk krijg ik trouwens ook van berkenpollen, maar dat begint ons af te leiden van de essentie van het verhaal.

Hoedanook: eten zonder vlees en doorgeven. Wij deden dat goed de vorige keer en voorwaar: het was lekker én ontzettend leuk ook. Achteraf gezien lijkt dat wel de essentie van de dag geweest te zijn: eerst leuk, dan koken. Zo moet dat zijn, want ik kook niet overdreven graag. De Nimf besloot bijgevolg het eens bij haarzelve te organiseren en daar gingen wij in beperkte groep. De datum bleek iets minder te passen voor een aantal onder ons, dus waren we met 5. Twee ervan waren mijn kroost, die werden dan ook prompt aan het werk gezet. Door de Nimf dus, ze kan goed commanderen. Dat is ook een gave. Zo kreeg ik de opdracht om blogsgewijze te stoefen. Ik ben een goede verstaander.

Vooreerst maakten we paprikasoep met ook een beetje peekes (wortelen dus, voor niet niet-Antwerpenaren). De peekes moesten in hartvorm voor de Moose die die avond mocht meegenieten van het driegangenmenu. Valentijn was nog niet koud, dat begrijpt u. Zijn soep wel al een beetje wegens wagen-verplaats-perikelen.

De soep kwam neer op: u snijdt uien in snippers, u stooft die, kapt er diepvriespaprika en diepvriespeekes bij en water met bouillonblokjes. Makkelijk zat en diepvriesgroenten bevatten meer vitaminen dan verse, zo blijkt. Tenzij u ze eerst overtijd laat gaan, dan staan we niet in voor de gevolgen. De peekes in hartvorm, daar moest iets mee gebeuren in de microgolf, maar ik heb het niet gezien. De soep wel, die zag er zo uit en smaakte fluweelzacht overheerlijk. Oja, eerst mixen vooraleer opdienen. Zonder de hartjes dan, dat zou zonde van het werk zijn.



Daarna hadden we quiche met groenten en een uitzonderlijk interessante uiteenzetting over het bakken van bladerdeeg. Voorbakken of niet, that's the question. Na onderzoek blijkt: niet. Maïzena Chapelure over uw deeg kappen en dan de uitgelekte gestoofde groenten erop en overgieten met eieren en dille bleek de beste methode. Hoeveelheden te vragen bij Zap. Vragen waarom de Sanseveria in oorsprong geen eieren wou eten en toen toch overstag ging: richting Sanseveria. Er zaten tomaten, uien, courgettes en champignons in de quiche trouwens. En het was weerom heerlijk, jawel. Zo heerlijk dat we vergaten een foto te nemen van het geheel. Speciaal voor u bewaard: een stukske:



Daarna volgende de speculaas-en-kaas-taart van het boekske van denaldi van vorige week. Voorwaar verrukkelijk, al wist mijn dochter achteraf te vertellen dat de Zap ook ingrediënten gebruikte die niet in het recept stonden. Room bijvoorbeeld. En meer koekjes. Alsook meer kaas. Weerom: recept niet bij mij. Het hartje krijgen jullie er gratis bij. Zo zijn wij: immer tof. En liefhebbend, dat ook.



Oja: tussendoor deden we ook nog van wandelen. Daarbij betraden wij ongeoorloofd terrein en daar hadden wij een goede reden voor. Men ziet niet elke dag bronstige eekhoorns. Of bevroren vennetjes. Of met karnemelk ingesmeerde treinbiels. Dat is voor de mosgroei, ziet u. Maar dat recept moet u ook weer elders vragen. Mij is alleen gevraagd te zeggen hoe lekker, heerlijk, gezellig en leuk het was. Bij deze. Voor herhaling vatbaar. *hint*











13 februari 2013

Scheiden of mengen

Ik ben er geen voorstander van, van verkeer mengen. Ik ben al zeker geen voorstander van zwakke weggebruikers gebruiken om gemotoriseerd verkeer te vertragen. Zo is er in Gent een straatje. Een fietsstraatje. Maar dat is niet alleen voor fietsers, neen, de auto's moeten daar achter de fietsers blijven. Akkoord, het is een smal straatje en je rijdt er best niet te snel. Maar ik vind dat geen reden om die fietsers te misbruiken om het verkeer te vertragen.

Elke keer als we naar het centrum fietsen (ik heb daar een fiets, ja), moeten we daar langs. Ik word al een beetje nerveus als we het straatje naderen. Vanaf het moment dat ik er op ben, word in nog nerveuzer omdat er een auto achter ons kan komen rijden. Als er een auto achter ons komt rijden, ga ik uit de weg. Ik wil geen auto achter mij over heel dat eind, want dat straatje is behoorlijk lang. Die auto wil ook niet achter mij blijven rijden. Ik uit de kant, de auto voorbij: iedereen tevreden.

Zo niet mijn lief. Die blijft hardnekkig op de weg rijden. Want dat mag. Ja, dat mag inderdaad, maar dat jaagt die chauffeur ontzettend op. Gevolg: een toeterende chauffeur (neen, die mocht dat inderdaad ook niet), een roepende chauffeur, een roepend lief, een chauffeur die toch voorbij steekt en dan razendsnel begint te rijden omdat ie opgefokt is. Voor hetzelfde geld rijdt hij dan iemand anders dood.

Idem voor verkeersvrije pleinen waar toch soms auto's op mogen. Vorige week is afdoende bewezen dat ook dat geen goed plan is. En daar moeten dan weer doden voor vallen, vooraleer iemands frank naar beneden tuimelt.

Ik ben er niet voor, voor dat gebruiken van fietsers en voetgangers om verkeer af te remmen. Het wordt in dorpskernen ook gedaan. Ik geloof er niet in. Verkeer moet je scheiden. Voetgangers moet je niet op straat laten lopen als er auto's en fietsers tussen rijden. Frustratie alom en ik kan het weten. Ik woon in Brugge, daar hebben ze zo'n straten. Geestig hoor, als je door zo'n meute wandelende toeristen moet. En ze moeten niet eens aan de kant, want... ze moeten niet. En dan komt daar nog een auto.

Ik word al nerveus als ik er aan denk.


4 februari 2013

Hier ten huize

Hier ten huize ontstaan al eens discussies over muziek. Maar over deze zijn we het eens: zowel de 12-, de 14- als de 42-jarige love it. (en tot mijn grote verwondering is dit nummer al 2 jaar oud)

3 februari 2013

Date

Vorige vrijdag had ik een date. Niet met een vreemde man, ik blijf lekker bij deze, maar met een aantal vrouwen. Drie vrouwtjes-in-spé en zeven volwassen vrouwen. Allen alleenwonende buurvrouwen, sommigen met vriend, maar die mocht niet mee. Ik betwijfel ook zeer sterk of die mee wilden, zo tussen al die vrouwen.

Ik bleek de jongste, toch tot de mij onbekende buurvrouw arriveerde. Ik woon hier ondertussen meer dan 5 jaar en had haar nog nooit gezien. Dat kan aan mij liggen, maar de rest kende haar naam niet, dus het zal wel niet geheel aan mij gelegen hebben. Niettemin: sympathieke buurvrouw. Maar haar leeftijd hebben we niet gevraagd, dat doe je niet op een eerste date. Ik schatte haar iets jonger dan mijzelf, maar schijn durft al eens bedriegen.

We hadden hapjes, cava en oliebollen met wijn. Ik was eerder die dag nog niet in mijn haak, gelijk ofdat we zeggen. De maag deed nog pijn, zelfs na amper een wit broodje met kaas, maar gaandeweg de dag werd het beter. Omdat ik de oliebollen bakte, moest ik hoe dan ook opdagen. Sinds de oliebollen ben ik spectaculair beter. Had ik dat nu eerder geweten... Al die miserie van vorige week voor niks.

Maar eigenlijk wou ik het over humor hebben. Want die avond bleek dat mijn vorm van humor toch niet de algemeen aanvaardde is onder de niet-bloggende en niet-comedy-kijkende medemens. Iemand zei iets wat ik ontzettend grappig vond. Iedereen keek wat verbijsterd omwille van mijn luide lach. De enige twee die hadden kunnen lachen, ware het niet dat ze een gezelschapsspel aan het spelen waren, waren mijn dochters. Ik viel bijna van mijn stoel. Er is nog een andere wereld dan degene waarin ik leef. Wie had dat ooit kunnen denken.

2 februari 2013

Twitterloze februari

Ik smeet mijzelf van twitter af gisteren. Dat is natuurlijk minder drastisch dan het klinkt, want twitter vindt dat je een ik-denk-er-over-na-periode verdient. 30 dagen is dat. Februari is dan ook de ideale maand om de testcase door te voeren, want die is -zoals wij allen weten- maar 28 dagen lang. Dan kan ik toch minstens zeggen dat ik het een maand geprobeerd heb zonder iets kwijt te raken. Als ik nog terug wil natuurlijk.

Het is niet dat er geen leuke mensen op twitter zitten. Er zitten heel leuke mensen op twitter. Een aantal ervan is ontzettend grappig en hebben een lekker droog gevoel voor humor. Ik zal die dan ook best wel missen. Het is eerder dat er ook minder leuke mensen op twitter zitten. Ego's. Aandachtstrekkers. Kijk-hoe-geweldig-ik-ben-mensen. Kijk-eens-hoe-intelligent-ik-ben-mensen. Kijk-eens-wat-een-pech-ik-weeral-heb-dus-heb-toch-medelijden-met-mij-mensen. 'Dan volg je die toch gewoon niet? Gooi ze eruit.' zegt het lief. Maar zo simpel ligt het dus niet voor mij. Want -hoewel net die mensen er gewoon niet wakker van zullen liggen dat ik hen niet meer volg- ik krijg daar zo'n ambetant gevoel van, van ontvolgd worden. En dan denk ik dat zij dat ook misschien wel hebben. Dus ik doe het niet.

Ik krijg eveneens de kriebels van mensen die niet antwoorden als je iets vraagt. Ik vind dat een gebrek aan beleefdheid. Elementaire. Maar daar is twitter blijkbaar niet voor gemaakt, voor beleefdheid. Ik weet heel goed welke wel antwoorden. Die zijn simpelweg leuk, sympathiek een aangenaam en zijn nooit van de soort (zie hierboven) die mij irriteert. Die mogen blijven. Als ik nog terug ga. Want ik stop er wel heel veel tijd in om weinig plezier terug te krijgen. Het wordt tijd dat ik halfweg mijn leven mijn prioriteiten ga stellen. En die liggen voorlopig niet bij twitter.

31 januari 2013

Op de valreep...

... van een dag vol gedichten. Ik hou van Herman de Coninck. Niet van de man zelf, ik kende hem niet en ik denk niet dat Kristien dat leuk zou gevonden hebben. Maar ik hou van de trieste klank in zijn gedichten. Zoals deze die hier in sluipt. Zelfs al is het al bij al toch goed.

Het liefste wat ik heb is elf geworden.
Feestje. Daarna ging het liefste wat ik heb
naar huis met het liefste wat ik had.
Het kleine meisje met het grote.
Ik met mezelf. Zo vrolijk.

Want het is goed om ooit
iets te hebben gehad.
Het is beter dan nooit
iets te hebben gehad.


29 januari 2013

Daar gaat ie weer...

Hier zit ik nu thuis, terwijl ik naar de les wou gaan. Ik kreeg een beetje van een buikpijntje toen ik naar huis wou gaan na het werk. Ik bedacht nog wat ik zou gaan eten. Toen ik thuis kwam, was het precies niet meer nodig. En nu zit ik strategisch tussen de twee toiletten in te hopen dat het over gaat. Getver.

Eigenlijk wou ik het hebben over nieuwsgierigheid. Dat was sinds gisteren het plan, maar ik deed niet lang genoeg van computeren gisteren, dus moest het vandaag. Ik hou het dus tegoed.

27 januari 2013

Lezen

Ik lees graag, heel graag zelfs, alleen kom ik er soms niet toe. En daarenboven moet het snel gaan, ik ben dan ook niet zo geneigd tot het opnemen van moeilijke literatuur en zwaarwichtige boeken. Ik ben ook niet geneigd tot het lezen in een vreemde taal, want dat gaat mij te traag. Zelfs facebookberichten in het West-Vlaams, daar begin in niet aan. Te lastig om om te zetten in mijn hoofd. Mijn absoluut favoriete boeken zijn trouwens kunst-, architectuur- en fotoboeken. Kijken zonder veel tekst. Love it. Maar het ging over lezen.

Een bijkomend fenomeen aan het-moet-rap-gaan, is dat ik de namen zelden lees. Ik herken ze op het zicht, maar ik registreer ze zelden. Zeker moeilijke namen gaan er nooit in. Idem voor streken, steden, landen en consoorten, al kan mijn totaal gebrek aan kennis en interesse in aardrijkskunde daar aan de basis liggen. Ik constateer vaak dat ik, na het lezen van een boek, zelden tot nooit weet hoe de personages heten en weet amper waar het zich afspeelde.

Vind ik dat lastig? Neen, natuurlijk niet, ik doe het al mijn hele leven zo. Ben ik oppervlakkig? Neen, natuurlijk niet, ik ben gewoon... lui.

Al vind ik de verklaring dat ik een visueel geheugen heb eigenlijk toch wel iets aangenamer. Ik gebruik dan ook deze. Altijd interessant om er beter uit te komen, denk ik dan.

26 januari 2013

Dag sneeuw!

Sta mij toe om van driewerf hoera te doen. Het dooit, ik zie de druppels vallen van mijn krakkemikkig afdakje boven mijn achterdeur. Het ding bezorgde mij de laatste week een paar keer bijna een hartverzakking toen ik mijn achterdeur open deed en het van krkkkrggggkrrkkk tegen de bovenkant van de deur deed. Mijn deur gaat naar buiten open, don't ask why, ik heb werkelijk geen idee.

Nu blijft het wachten op afwaswater uit de keukenkraan. Lekker warm afwaswater dat ik niet naar boven moet halen. Ik laat mijn afwas maar fijn tot morgen staan. Of overmorgen. En dan, dan mag de wasmachine ook weer in actie. Want het is allemaal tof en wel als uw moeder uw was doet. En droogt. En plooit. En strijkt. Allemaal heel fijn en mooi meegenomen, maar 't is toch gemakkelijk als ge uw was in uw machine kan stoppen en die kan laten draaien als ge wilt. Ha. Blij met de kleine dingen in het leven. Herinner mij eraan als ik weer ga zagen dat ik moet wassen en strijken. Ik verwacht minstens een 'wees blij dat uw kranen niet bevroren zijn, Elke!'

Ik ben kinderlijk verzot op sneeuw, maar aangezien zelfs de kinderen het hebben gehad, voel ik mij niet schuldig. Ik heb het gehad. En nog geen klein beetje. Dag sneeuw. *wuift*

23 januari 2013

Brand in Mokum

U wil iets bijleren op dit eigenste moment. Wel, zet u en lees verder. Al vertel ik sommigen misschien niks nieuws.

Toen wij deze middag tijdens het eten met een aantal collega's over het geweldige West-Vlaamse dialect hadden in zal zijn facetten (lees: streekeigenheid), Moest ik ineens aan iets denken. Een collega vertelde dat hij als Limburger in een ver verleden (wij worden oud, meneer, mevrouw) op kot zat met 6 West-Vlamingen. Een aantal daarvan kwamen uit andere delen van de Westvlaanders en die spreken dus, as we know, een ander getint dialect. Bleek dat de Limburger als vertaler moest optreden soms omdat hij wel al die dialecten begreep wegens zware inspanningen in het begin. Dit bracht mij bij mijn studententijd, want ik had zo'n Oostvlaamse vertaalster. En via mijn studententijd, kwam ik bij mijn jeugdbewegingstijd terecht.

Dit vertelseltje neemt een andere wending, want deel 1 heeft absoluut niks met deel 2 te maken. Ik mag dat. Het is mijn blog.

Jeugdbeweging staat deels gelijk aan zingen. Of in mijn geval: proberen niet al te veel uit de toon te vallen. Letterlijk. Gelukkig zijn er liedjes als 'Brand ik Mokum'. Dat is niet moeilijk en wegens het canongedoe valt vals niet zo geweldig op. Maar, dacht ik vanavond bij het afwassen (jawel): wat is Mokum eigenlijk en vooral: waarom is daar geen water? U begrijpt dat ik wegens de nog steeds bevroren waterleidingen momenteel een hogere interesse heb voor water. En zeker voor plaatsen waar geen water is. Mokum zou wel eens de keuken kunnen blijken.

Aber nein: Mokum blijkt Amsterdam te zijn. Werkelijk. Weetje nummer 1. Maar waarom is er daar dan geen water? Wel, hier komt weetje nummer 2: het originele nummer gaat niet over Amsterdam maar over Londen. En zoals wij allen weten (en ik vooral omdat het mij in de architectuur door de strot werd geduwd): Londen had een groot tekort aan bluswater tijdens de grote brand in 1666. Het origineel klinkt aldus alzo:

London's burning, London's burning!
Fetch the engines, fetch the engines!
Fire! Fire! Fire! Fire!
Pour on water, pour on water.

Et voila. U hebt weer bijgeleerd. Daar zal u wel aan denken, als u nog eens van Brand in Mokum zingt.
En laat ons vooral hopen dat het internet ons niks wijsmaakte vandaag.

22 januari 2013

To do

Haar wassen, brood halen, bril kuisen, tanden poetsen, stoppen met internetten, gaan werken.

NU!

20 januari 2013

Een sneeuwige zondag

Wij gingen voor een sneeuwman vandaag. Helaas besliste de sneeuw daar anders over: ze plakte niet. Ik had er verdorie beter één uit de resten ijsbrokken van de voorbije week gehakt, dat zou meer effect gehad hebben. Maar ge krijgt die knopen voor de ogen daar dan niet zo goed ingeduwd, en ogen uithakken dat gaat me wat te ver. Toen deden we van sneeuwballen gooien, maar dat ging ook niet, want aja, dat sneeuw plakte niet. We deden toen maar van sneeuwruimen op het voetpad, want dat moet. Dat er nu verdorie niks meer bij durft vallen vannacht, want ik begin het toch wel zat te worden nu. En mijn zout is bijna op.

In de uren daarvoor deed ik niks. Ik sleur tegenwoordig afwasgewijs eerst water van de eerste verdieping naar omlaag. Dat is een beetje onnozel, uw afwasteiltje vullen aan het bad, maar het werkt wel. Veel keus heb ik niet: het is dat of mijn servies kapotgooien en in de vuilniszak stoppen. Maar dat mag niet, de vuilnismannen houden daar niet van. En terecht, ik zou een anders kapot servies ook niet willen hebben. Voor hetzelfde geld krijg je de stukken in je gezicht.

Bon, water boven halen, afwassen en ondertussen de waterkoker nog wat laten stomen. Zodoende raken wel we 't eind den afwas met warm water. Na al dat vermoeiend werk, vond ik dat ik wel iets verdiend had, dus ik deed -zoals al gezegd- niks. Ik nestelde mij in de zetel met de dvd-box van The Bridge. Geleend van iemand die ik The Killing ooit leerde kennen. Ik wist dus wat er te gebeuren stond: verslaving alom. Naar The Killing keek ik tot een gat in de nacht, dit hier is iets beter, maar dan enkel maar omdat ik nu wat ouder en wijzer ben. Ik heb natuurlijk alweer een die-is-de-moordenaar-theorie (niks menselijks is mij vreemd) die van aan geen kanten zal kloppen. Mijn voorspellende gaven zijn niet erg groot. Ik hou u op de hoogte. Nog 8 uur te gaan. Het zal niet voor vanavond zijn.

18 januari 2013

Stand van zaken

Ik ben wat stilletjes, ik weet het. Vooreerst ben ik bijna bevroren, net als de helft van mijn huis. De niet-goed-geïsoleerde helft, waar toevallig mijn keuken en wasmachine zit, geeft geen water meer. Gelukkig zit er sinds twee jaar een badkamer op een andere plaats. Daar valt wel nog water te halen.

Ten tweede ben ik een beetje ziek. De nadruk ligt op 'een beetje'. Niet genoeg om thuis te blijven, genoeg om ambetant te zijn. Mijn maag doet niet zo heel erg wat ik wil (eten verwerken zonder tegenpruttelen zou aangenaam zijn) en ondanks het feit dat hij tegenpruttelt heb ik soms wel razende honger. I don't get it. Het is al motregen die niet kan kiezen of het zal stoppen of toch maar door zal regenen. En ondertussen word je helemaal nat als je erdoor moet. Zoiets dus. Vervelend.

Verder kreeg ik bijna onmiddellijk na de begrafenis van onze collega weer slecht nieuws van een vriendin. Smerige rotziekte.

Over de collega trouwens. Ik bleef mij verbazen over het feit dat ik veel minder huilerig was dan verwacht. Ik ken mijzelf: laat mij naar een begrafenis gaan van iemand die ik niet ken en nog huil ik een oog uit. Dit keer niet, ik bleef opvallend kalm. Deze week hadden we het erover op het werk en toen bleek dat anderen dat ook hadden. En overal hetzelfde gevoel: ook al wisten we dat ze zou sterven, het dringt eigenlijk tot niemand echt door dat ze effectief er niet meer is. Als ze op dit moment zou binnen komen, zou geen mens ervan schrikken (al zou het wat luguber zijn, als je er zo over nadenkt). En ook al is ze toch eventjes heel erg ziek geweest, de laatste keer dat ik haar zag was ze er heel goed aan toe en zeer optimistisch. Ze hoorde er nog even te zijn, maar ze is gegaan zoals ze wou: zonder langdurig aftakelingsproces. Al bij al toch een zegen.

12 januari 2013

Spreekbeurt

Vorige dinsdag begon de les. Deze die ik verondersteld ben om 3 jaar te volgen en te eindigen als gids. Of toch als iemand die voor een gids kan doorgaan, ik ben wat voorzichtig als het over mijn eigen kunnen gaat. We zien wel.

De eerste les was alvast een topper, het ging over communicatie en dat boeit me wel. Het feit dat ik ook vorig jaar een cursus onderhandelen mocht volgen met een aantal collega's hielp in alle geval al, want een deel van deze cursus was hetzelfde. Er wordt echter niet verwacht dat we voor dit deel ontzettend hard gaan studeren, we moeten wel een soortement van spreekbeurt geven: 5 minuten praten over een favoriet kunstwerk. De woorden waren nog niet koud, of mijn hoofd draaide al op volle toeren. Ik heb een zwak voor kunst en ik wil een goed kunstwerk kiezen. Niet té bekend, maar ook niet zo onbekend dat er amper wat over te vertellen vallen of dat ze mij een creep gaan vinden. Dat wordt spannend... Ik voel mij weer 12 jaar, met dat verschil dat ik ondertussen gelukkig al wat meer zelfzeker geworden ben. Thank god voor dat. Daar willen we niet meer naar terug. Niet, zeg ik u. Ik had toen trouwens twee vlechten die Tirolergewijs op mijn hoofd vastgemaakt waren. Ik wil maar zeggen... Ge wilt het niet weten.

Tijd voor een liedje

Hoe snel kan het gaan. Nog maar een grote maand geleden kreeg mijn collega het verdict 'drie tot zes maanden'. Vandaag was haar begrafenis. Een afgeladen volle kerk, zo gaat dat als jonge mensen sterven. Het zou niet mogen zijn, maar het gebeurt zoveel.

Mijn hoofd doet pijn, maar dat is een kleine moeite.

Tijd voor een liedje.

3 januari 2013

Nieuwjaarsbrief

Ik zei het nog niet, maar de maand januari is bedoeld om nieuwjaarswensen uit te strooien. Bij deze strooi ik gezondheid en vreugde uw kant uit. En vrede, dat ook. Het ding dat ik soms kan vinden, maar iets moeilijker kan behouden. Het komt wel met het ouder worden, daar ga ik maar van uit. Het is in alle geval al stukken beter dan pakweg 10 jaar terug. Hoopvol.

Zoals elke brave mens deed ik aan voornemens. Nu weet ik wel dat brave geen gave is, maar ik beschouw mijzelf al bij al nog bij het brave deel van deze wereldbevolking. Maar goed, ik ben aan het uitweiden in een richting waarvan ik niet goed weet waar ze mij heen zou leiden, als ze al ergens heen zou leiden. Voornemens dus.

Deel 1: de trap. Vanaf de eerste werkdag van 2013 zal ik de trap nemen. Ik heb dat vandaag al goed gedaan. 92 treden vanuit de ondergrondse fietsenberging tot aan mijn bureau 72 treden van mijn bureau tot de refter. Naar beneden, die laatste, maar ik moet na de middag hoe dan ook weer omhoog. Voor mijn geen buiten-gebruik-liften meer, neen meneer, neen mevrouw. Ooit krijg ik weer strakke billen, liever vroeger dan later.

Deel 2: verder blijven lopen. Na een wedstrijdloopje op 14 december bleek de harde ondergrond niet mijn ding te zijn. Het verdict was kort maar krachtig: ofwel sterk schokabsorberende loopschoenen, ofwel niet meer. Tenzij ik graag op bezoek ga bij de osteopaat. Op zich vind ik dat wel een brave mens (kijk, daar is er nog eentje), maar ik hou niet zo van dat alles-weer-op-zijn-plaats-steken. Als dat zo doorgaat, krijg ik nog het meest beweeglijke skelet van het westelijk halfrond. Het recordboek is echter niet mijn betrachting.

Deel 3: 5 kilo vermageren dan weer wel. Ze zijn erbij gekomen, ze kunnen er ook weer af. Simpel. Ik zal ook cola laten. Ik zal ook cola laten. Ik zal ook cola laten. Ik zal ook cola laten.

Deel 4: wat meer in mijn huis werken. Het idee 'ooit raakt het af, ik hoop alleen dat ik het nog zelf meemaak' nam vorig jaar net iets te vaste vorm aan in mijn hersenen. Het is een vorm van luiheid die eigenlijk niet bij mij past. En ik wil het eens proper hebben ooit. Dat ook. Mijn kinderen en mijn bezoek zal mij dankbaar zijn.

Deel 5: zuiniger rijden op de autosnelweg. Dat moest vandaag ook wel, want ik was vergeten tanken. Een mens gaat op die manier toch iets trager rijden. Verbruikt minder, is rustiger. Nu nog op tijd vertrekken en ik ben er helemaal.

En tot slot deel 6: genieten van het leven. Want elke dag kan de laatste zijn. Dat besef ik des te meer nu mijn collega het jaar ingaat waarvan ze het einde met grote waarschijnlijkheid niet zal meemaken.

Wat u gaat doen dit jaar weet ik niet, maar probeer alvast het laatste waar te maken. Elke dag zal u er mij dankbaar voor zijn. Het is u geraden.