21 oktober 2014

Blij om niks

Het leven, dat moeten we allen weten, zit vol verrassingen en het geluk zit in kleine hoekjes. Zo, daar hebben we even twee clichés op een hoopje. Het leuke aan clichés is echter dat ze waar zijn. Een mens moet dus niet al te veel twijfelen, dat maakt het leven ook iets gemakkelijker. Soms.

Ik ga het nu niet hebben over het gevoel dat ik gisteren weer kreeg toen ik na het betalen van mijn rekeningen (en het uitstellen van eentje naar de volgende maand) de bodem van mijn zichtrekening zag blinken. Het is altijd leuk om op het einde van je rekening een stukje maand over te hebben, zoals ze zeggen. Maar daar ging het dus niet over.

Het gaat wel over het gevoel dat mij vandaag overviel toen ik al mijn badhanddoeken in de wasmachine gepropt had en ik dus na mijn bad met een probleem zat. Geen behoorlijk groot probleem eigenlijk, want ik heb nog handdoeken. Ja, zelfs grote. Alleen zijn het niet van die volwassen donkergrijze handdoeken die vrouwen van mijn leeftijd gebruiken, maar van die andere. Deze waar zelfs de kinderen te groot voor geworden zijn.

Ik droogde mij vandaag dus af met enkele van de 101 Dalmatiërs. Platte weliswaar, ik heb het niet zo voor dieren tenzij ze wat plat zijn. En dan heb ik het niet zozeer over platgereden egels, maar over 'op een prentje'.

En toen overviel mij even het gevoel dat ik toch wel verheugd mag zijn dat in tijden van crisis mijn handdoeken nog niet versleten zijn. Dat ik ze zelfs nog zal kunnen gebruiken om ooit mijn kleinkinderen mee af te drogen. Daar werd ik simpelweg even blij van. Om niks. Dat mag ook wel eens.

7 oktober 2014

Dikke zoenen en vele knuffels

4 maanden en meer. De tijd gaat in een verbazingwekkend tempo voorbij. We hadden het einde van de lente. We hadden de zomer (het ding waarop we kafferden in augustus en daarna als een verloren kind omarmden toen die in het verkeerde seizoen weer de kop opstak) en nu hebben we de herfst. In volle hevigheid.

Mijn voeten hebben koud, maar gelukkig is het weer porto-weer. Daar krijgt een mens warme voeten van. En een warm binnenste, dat is ook mooi meegenomen. Maar als het moment komt om de bedstee op te zoeken is het eerste toch iets belangrijker. Want met koude voeten kan een mens niet slapen. Enfin: dit mens. Ok, ik heb dikke kousen en die durf ik aantrekken, zelfs met mijn mouwloos slaapkleed erboven, maar het blijft geen zicht. En ik heb een spiegel in mijn kamer, dus het is niet enkel de voor mij verborgen spin die het moet aanschouwen. 

Vorige week, toen het nog lekker warm was, werd hier trouwens een groot geheim onthuld. In het bijzijn van mijn kinderen vroeg een medeblogster of ik nog schreef. Naar schatting 7 of 8 jaar na mijn eerste blogpasjes sloegen de pubers ten huize steil achterover (niet letterlijk uiteraard) en riepen in koor: "HEB JIJ EEN BLOG?!". Tot zover de geheimhouding ter familie. Ik heb hen plechtig laten zweren -uiteraard mits de nodige dreigementen- dat het niet verder mocht gaan dan dit gezin. Ik heb niet veel zin in meelezende familieleden, hoe leuk is sommigen onder hen ook mag vinden. Zij kennen mijn dreigementen. Een doordringende blik volstaat meestal om hen te laten weten hoe laat het is. Ze sidderen en beven dan ook van angst. *kuch*

Hoe dan ook: de kans dat het geheim bewaard blijft is toch voor zo'n 99,99% gegarandeerd. Ten eerste zijn ze zeer zwijgzaam als het dingen van anderen betreft. Ik weet welke helft van hun ouderpaar daarvoor verantwoordelijk is. Om een kleine tip te geven: hun moeder heeft een hekel aan geheimverklappende kletskousen. Ten tweede zijn ze meestal ook wat vergeetachtig.

En mochten ze, ondanks mijn hoop op vergeten, toch op zoek zijn gegaan onder het motto "ik heb je twitter al gevonden, dus ik zal je blog ook wel vinden, hoor", dan wil ik hier even iets duidelijk stellen:

Kinderen, dit blijft tussen ons. Indien niet, dan zal ik op jullie trouwfeest of samenwoningsfeest alle schaamtelijke dingen uit jullie kindertijd vertellen. Aan de volledige schoonfamilie en al jullie vrienden.

Zo. Bij deze zijn we het ongetwijfeld eens. *gniffel*

Dikke zoenen en vele knuffels.
Mama




3 juni 2014

Photo Challenge 22 en 23/52

We zijn weeral verder dan ik dacht precies. Morgen op het weekmenu van week 23 van het werk: Florentijnse eieren. Ik wist niet dat het bestond tot ik ze daar eens at. Lekkerrrrr... Bij deze wist ik dus dat het week 23 geworden was. Gelukkig dat iemand er nog aan denkt dat mijn innerlijke kalender moet bijgewerkt worden.

Week 22 ging geruisloos over in week 23 dus beide foto's zijn van gisteren. Ik ga daar geen doekjes om winden, het is bij wie dit volgt al algemeen bekend dat ik er niet mee inzit dat de foto's niet op het juiste moment genomen zijn.

Voor week 22 presenteer ik u een standbeeld. Dit standbeeld staat ter hoogte van de Unescorotonde. Dat is voor de Bruggelingen eigenlijk gewoon het rond punt bij het station. Dat waar je tijdens de spitsuren moet staan aanschuiven en waar je de helft van de tijd gewoon stil op staat. Laat ons zeggen dat het niet zo goed marcheert, wat niet zo verwonderlijk is als je weet dat zeer kortbij er verkeerslichten staan. Kwestie van nog problemen op te kunnen lossen in de toekomst. Een mens mag niet alles in een keer hebben, dan ben je weer blij als er nog iets opgelost is. Zo gaat dat.

Maar terug naar het standbeeld. Vroeger, toen de dieren nog spraken, de Unescorotonde nog niet bestond en ik nog klein was, stond dit beeld veel meer in de kijker. Ik vond het als kind uitermate fascinerend, maar ik was er wat bang van. Men ziet hier een man die een overmaatse vogel bij de keel grijpt en hoog boven die vogel opgeheven iets in de hand heeft. Als kind dacht ik dat het een mes was en hij het beest de keel ging oversnijden. Het is pas jaren later, bij het verplaatsen van het beeld, dat ik zag dat het een vis was. Dat maakt het al iets minder griezelig, maar ik blijf het fascinerend vinden. Ik heb geen idee wie of wat het voorstelt en of hij die vis wil geven of afgenomen heeft. Bizar beeld, waar u trouwens hier de achterkant van ziet omdat ik geen zin had om mij midden op de rotonde te gaan begeven. Nu en dan zie je daar een verdwaalde toerist lopen, maar het scoort niet hoog in de categorie 'verantwoord gedrag'.


Voor week 23 had ik een foto kunnen nemen van de herdenkingsplaats waar vorige week op de markt de 19-jarige Mikey omgebracht werd. Ik passeerde er wel, maar het ligt absoluut niet in mijn aard om daar foto's van te nemen en waar dan ook te posten. Er zijn absoluut grenzen.

Waar jullie wel een foto van krijgen is van iets wat mij een groot genoegen doet: de afbraak van de meifoor. De rust keert weer. At last.


1 juni 2014

Queen

"Genees dan toch", sprak ik, maar helaas, ik blijk Jezus niet te zijn. Hoe erg ik ook probeerde er op in te praten, het lukte niet. Op de plek waar mijn knie wat (nogal) hardhandig met een fietspad vol zand en keitjes in aanraking kwam, verscheen een dag na het uitwassen en behandelen een ware vochtaflatende plek. Druppelsgewijs liep er om de zoveel tijd een straaltje etter richting mijn rechterenkel. Wat wel nog zo normaal was, gezien het ook mijn rechterknie betrof. Gelukkig was het niet van die aard dat het ook mijn rechterenkel bereikte, dat zou nogal wat geweest zijn. Ik hoop dat u niet aan het eten bent.

Ik dus naar de dokter, die het geheel aanschouwde, mij instructies over uitspoelen, ontsmetten en insmeren met wondhelende zalf meegaf en speciale kompressen voorschreef die er niet in zouden plakken. Dat het tegen de donderdag toch wel dicht zou moeten gaan komen, zo. Wat dus niet gebeurde. Ik ben dol op feestdagen, maar niet als ze vallen op een moment waarop je eigenlijk een dokter nodig hebt. En onze lieve Heer was ten hemel opgenomen, dus daar had ik ook niet zoveel aan.

Onderhand had ik tegen donderdag - wegens ferme pijnscheuten, een warme knie en zwelling - al het idee dat ik een knieamputatie zou moeten ondergaan. En omdat dat wat raar zou zijn, zou vermoedelijk ook mijn onderbeen eraan moeten geloven. Ik zeg het niet graag, maar het dramaqueengehalte van mijn jongste dochter heeft ze misschien van niemand vreemd. Van haar vader, dat spreekt voor zich. Gelukkig had mijn vader, die dan weer geen enkel dramaqueengehalte in zijn lijf heeft, mij al een zalfje meegegeven dat toch wel leek te helpen.

Niettemin besloot ik vrijdag met enige spoed de huisarts opnieuw op te bellen. Er bleef maar rommel uit die knie komen en zo net vóór het weekend heeft niemand daar echt een boodschap aan. Daar bleek dat mijn eigenste lijf een soort witte film (ik ben de naam vergeten en ik ga het ook niet opzoeken op google wegens dat ik geen smerige foto's wil zien) op de wonde gelegd had en dat die de wondheling verhinderde. En dat zag ze niet graag. Er werd een ietwat akelig woord uitgesproken: weg schrapen. Eens mijn beeld van amputatie bijgesteld was, leek het schrapen mij eigenlijk ook niet zo aanlokkelijk. Maar dat moest niet onmiddellijk, alleen maar als het tegen woensdag niet weg is. Ik kreeg een zalf voorgeschreven en nieuwe instructies die ik braaf opvolgde.

Om maar te zeggen: het ziet er al beter uit. Ik sluit de dramaqueen weer op in haar hok en binnen een week of zo kan ik eindelijk weer beginnen lopen. Want tegen 19 oktober moet ik die 10 km mét trappen lopen halen. Iets waar ik ongelofelijk veel zin in heb. Veel meer dan in kuisen. Dat laat ik die dramaqueen anders even doen.

30 mei 2014

Belpop 3.1

Het is alweer geleden van vorige maand (op de valreep, want deze maand is morgen ook alweer de vorige) dat ik jullie leven verblijdde met een liedje. Als je De Kreuners van een paar dagen geleden niet meerekent, dat is. Het wordt dus hoog tijd om de Belpop cd's weer ter hand te nemen en even te kijken waarmee ik de wereld wat beter kan maken. Dat mag ook wel, het nieuws van de in Brugge met messteken omgebrachte jongen heeft mij toch wel aangegrepen. Misschien ben ik wat naïef, maar in Brugge in godsnaam... Er gebeurt hier van zijn levens bijna niks. Morgen moet ik naar de bib en daarvoor rijd ik met mijn fiets over de markt. Ik zal toch even slikken als ik er voorbij moet. Mijn oudste dochter gaat eind juni naar haar eerste fuif, ik hoop dat ze in haar uitgaansleven toch nooit zoiets moet meemaken.

Ik begin -het zou niet mogen zijn (straks heb'em), maar ik doe het toch- met mijn favoriet van 'Gezellig samenzijn'. Je mag gerust zijn: de titel zegt het allemaal. Alleen Vrolijke vrienden van Nonkel Bob staat er niet op.

Anyway: Monza met Van God Los. Heerlijk nummer. Uit 2001 blijkbaar. Dat is alweer -zeg dat het geen waar is- 13 jaar geleden. Misschien moet ik ophouden met opzoeken hoe oud dingen zijn. Ik word er wat moe van.

29 mei 2014

Photo challenge 21/52

Als bijna rasechte Bruggeling zou ik vandaag eigenlijk een foto moeten plaatsen van de Heilige Bloedprocessie. Ik kan mij alleen niet meer herinneren wanneer ik die voor het laatst zag, dus het zal ook niet voor vandaag zijn. Ik denk nochtans elk jaar dat ik maar eens moet gaan kijken, maar blijkbaar is de 'moet' er teveel aan, dus ik laat het maar voor wat het is.

Een andere foto dan maar. Eentje waarvan ik moet toegeven dat hij niet van deze week is (ik zal het maar toegeven vooraleer één of andere snodaard opmerkt dat er geen groen aan de bomen hangt), maar wel toepasselijk. Soms heeft men in het leven van die momenten waarop je denkt: springen of niet? Dat moet deze eend ook gedacht hebben. Hij staat meer dan 3 m hoog trouwens. Maar anderzijds heeft hij het geluk dat hij kan opvliegen vooraleer hij neerstort. Lucky bastard.


28 mei 2014

Bellen blazen

Diep in mijn hart blijft er altijd een kind zitten. Een kind dat enthousiast naar haar kinderen van "kijk een regenboog" doet en "kom buiten kijken" roept en dan naar boven wijst waar een luchtballon over vliegt. De pubers doen hun best, ze komen kijken en doen enthousiast en denken vermoedelijk: "oh well, moeder krijgt het weer". Maar ik denk dat ze het later ook met hun kinderen zullen doen. Die op hun beurt hetzelfde zullen denken eens ze tussen de 11 en de 18 zijn. Dat laatste is een gok, ze zitten zo ver nog niet. Ik laat het weten wanneer hun innerlijk rologen wijzigt naar echt enthousiasme. Als ik het niet vergeet, de kans is niet onbestaande. Onthouden is niet mijn sterkste kant.

Ik vermoed dat veel volwassenen het regenboog- en luchtballonkind in zichzelf nog zitten hebben. Ik ben alleen niet zo zeker dat veel volwassenen het bellen blazend en kleurend kind nog in zich hebben. Dat is allemaal wel leuk en fijn als je eigen kinderen nog klein zijn. De weg naar even in hun kleurboeken kleuren ("geef nu toch EINDELIJK mijn boek eens terug, mama") en even bellen blazen is begaanbaar. Helaas worden ze groter en dan ben je bijna verplicht om een potje bellenblaas en een kleurboek voor jezelf te gaan kopen. Op kleurboekniveau bestaat het al, er zijn kleurboeken voor volwassenen. Ik vind ze echter nogal saai, dus ik heb het niet gedaan. Daarenboven kan ik zelf wel een beetje tekenen, dus een kleurboek heb ik niet nodig.

Op bellenblaasniveau is het andere koek. Je kan er natuurlijk om onder het mom dat het voor je kinderen is. Weten die winkeljuffrouwen veel. Maar dan moet je in het geniep gaan blazen. Tenzij je net als ik een ommuurd stadstuintje hebt. Overmorgen ga ik een potje halen. En dan ga ik stiekem bellen blazen in de hoek waar niemand mij kan zien.


26 mei 2014

Stemmig

Ik ben, dat ondervond ik al meermaals tot mijn scha en schande, te goed voor deze wereld. Ik durf al eens dingen beloven waarvan ik achteraf denk 'maar kind, waarom heb je dat nu weeral beloofd', maar dan doe ik ze toch. Of misschien ben ik gewoon naïef.

Anyway: dit weekend besloot ik niet alleen mijn burgerplicht op elektronische wijze te volbrengen (dat moet immers, maar ik doe het op zich ook met overtuiging) (hoewel ik dit keer zwaar problemen had om te beslissen voor wie ik zou stemmen), maar ook mijn medemens te helpen. Een collega van een andere dienst zocht als voorzitter van een telbureau een secretaris. De voorzitter moet die immers zelf kiezen. Alleen blijkt dat niet zo simpel te zijn, want niet iedereen offert graag zijn vrije namiddag in het zonnetje op om in een tellokaal/sporthal te gaan zitten brieven versleuren. Ik dus wel, al was de dag verlof die ik ervoor kon krijgen wel een extra stimulans. Hij vond niemand, ik vond de vorige keer tellen op zich niet zo erg. Dus daar ging ik.

Helaas waren de goden mij niet zo goed gezind. Net vóór ik de plaats des oordeels bereikte, reed er een mevrouw traag achteruit het fietspad op om haar wagen te draaien. Ik wist niet goed wat ze ging doen, besloot dat remmen de beste optie was en toen gleed mijn fiets weg in alle zand en steentjes die zich ten gevolge van de werken aldaar vergaarde. Eerst op mijn knie, toen op mijn buik en als laatste op mijn kin. Ergens onderweg ben ik ook op mijn handen gevallen en mijn bril staat precies ook niet meer zo vast. En toen was ik, zoals we dat in 't West-Vlaams durven zeggen 'versierd'. En had ik ook nog veel bekijks. Daar droomde ik al altijd van. NOT.

Gelukkig was daar het Vlaams Kruis dat mij vaardig tweemaal heeft geholpen. Eerst om alle te verzorgen en daarna om mijn handen in te zwachtelen die na het heffen en tellen van ettelijke stembiljetten toch wel erg dik kwamen te zitten. Hulde aan de mannen die ook hiervoor hun zondagnamiddag opofferden.

Het ziet er wel stoer uit natuurlijk. Alsof ik gevochten heb op het stembureau. Maar zoals ik zei: ik ben te braaf voor deze wereld. Ik heb zelfs de stemmen geteld van partijen die totaal mijn ding niet zijn. Eerlijk en al. Aanvragen tot heiligverklaring mogen vanaf nu ingediend worden.

20 mei 2014

82 - 85 - 86 (want het moet niet altijd 81-82-83-84 zijn)

Het was een beetje jeugdsentimentdag vandaag. Studio Brussel zette het vanavond in gang (strikt gezien was het dus geen dag, maar een avond) met een jeugdherinneringsmuziekje. Uit jaren dat het leven nog onbekommerd was, of zo lijkt het nu toch achteraf. Mogelijks vergeet je het overgrote deel van de slechte dingen gewoonweg. Of zoals ik, toen mijn 13-jarige dochter een klaagzang opzette over het (typische) gedrag van enkele vriendinnen, zei: "dat hadden wij ook". Ze vroeg hoe dat dan was en ik zei: "ik ben het vergeten". De opluchting was blijkbaar groot. "Oef. Dan ga ik het ook vergeten." Welja, blijkbaar. Het geheugen is een raar ding.

Ik weet wel nog waar ik was toen ik dit voor het eerst hoorde. Op een feestje bij vrienden van mijn ouders en een groot deel van hun familie. In Izegem. Flip Kowlier town. Eén van de neven had de cd mee en we waren helemaal mee en in de wolken. 't Is niet dat ik het alle dagen moet horen, maar zo een keer op een weg, dat mag wel. Het helpt wel even om je weer jong te voelen. Of net niet, als je weet dat dit van 1982 is.



En daarna moest ik naar aanleiding van iets op twitter aan Jo Röpcke denken. Allé jong. Als dat niet lang geleden is. Wij keken altijd naar zijn programma Première. Kan je je tegenwoordig nog voorstellen dat ze een programma maken over films die in première gaan? Juist ja. We worden oud. En Jo Röpcke zal op de moeder der verkiezingen net 7 jaar overleden zijn. Ik ben er niet goed van, van hoe de tijd vooruit snelt.



Gelukkig was REM, die ook nog even opdook, nog van niet zo lang geleden. Dacht ik. Want ik hou het meest van hun oudere nummers. Wat dan ook weer iets minder goed is voor mijn zelfbeeld dat amai-wat-ben-je-al-oud schreeuwt. Uit 1986 en op een gedeelde nummer 1 met Orange Crush in mijn REM top 5:

En terwijl u naar dit luistert, ga ik mij nogmaals insmeren met anti-rimpelcrème.





16 mei 2014

Photo challenge 20/52

Volgens het weekmenu dat elke week in mijn virtuele werkbrievenbus valt, was het deze week week 20. Er stond vandaag iets op het menu waar ik niet echt zin in had, dus ik at een broodje. Het feit dat ik te lui was om vanmorgen mijn boterhammen te smeren, was hier schuldig aan.

Tot zover het interessante luik van mijn verhaal. Ik ga nu nog een beetje zagen. Daar knapt een mens van op, naar het schijnt. De medemens hoogst waarschijnlijk niet, maar u mag gerust de zaal verlaten.

Ik voel mij leeg. Ik mis de helft van mijn dagen. Er is iets en ik kan het niet pakken want het is weg. Ik heb constant het gevoel dat ik dingen moet doen om mijn dagen te vullen. Ik ben vrolijk op twitter, maar daar kent bijna niemand mij echt. Ik blijf weg op facebook, want daar ga ik door de mand vallen. Die kennen mij (bijna allemaal) wel echt. Op het werk ben ik ongeduldig en heb ik zin om sommige mensen op hun gezicht te slaan. Mijn verdraagzaamheidsgrens is opvallend laag. Ik wil niet zijn waar ik nu ben.

Dus wat doet een mens dan om zich beter te voelen? Schoon schip maken. Bij gebrek aan een schip, nam ik mijn huis. Wat u hieronder ziet is een unicum. De laatste keer dat dit leeg was, is vermoedelijk zo'n 5 jaar geleden. Toen verhuisde ik, met het oog op het echt opkuisen en inrichten van mijn definitieve slaapkamer, een berg dozen naar beneden. Die bleven hier staan tot een maand of 2 geleden en toen gingen ze weer naar boven. Maar niet naar mijn slaapkamer, dat zou al te gek zijn. Onmiddellijk daarna (als in: 5 minuten) besloot ik dat het tijd werd voor een tripje naar het containerpark en zette ik de gang vol weg te gooien rommel. Die hier dus twee maanden bleef staan. Maar deze week ging het gebeuren. En het gebeurde. Met de hulp van iemand die al even tuk is op containerparkbezoeken. Elkaar wederzijds oppeppen heet dat. En nu, nu is hij eindelijk leeg, mijn gang. Ik schrik er nog elke morgen en avond van.

Kan je nagaan hoe erg ik zal schrikken als de hall ooit eens afgewerkt raakt.
Help mij trouwens onthouden dat ik nog eens de spinnenwebben van het plafond af moet halen? En die planken nog naar boven moet doen? Dat van de muur en de afwerking rond de deur weet ik nog. Ik dank u zeer.


13 mei 2014

Photo Challenge 19/52

Deze week een foto die voor Brugge eigenlijk weinig speciaal is, vooral omdat ik gelijkaardige foto's op hetzelfde moment dat ik deze nam op facebook zag verschijnen. Vanuit verschillende uithoeken uit (West-)Vlaanderen dan nog. Dat is dan misschien toch wel een beetje speciaal.

Weinig kennis valt hieruit te vergaren, buiten dan misschien dat het tijd wordt om alles eens schoon te wassen en dingen aan te pakken. Niet alleen (de binnenkant van) mijn hoofd, maar ook mijn huis. Want dat is toch ook wel eens nodig. *gewilthetnietweten*




8 mei 2014

Tanden

Deze week stond een tandartsbezoek op de lijst. Zo over de middag, want hij werkt altijd alles vlotjes en op tijd af. Ik was was ongerust, want er was een stuk tand afgebroken en de tand was al niet echt in geweldige staat meer. Ik vreesde dus een tandtrekking, en ik was de vorige nog lang niet vergeten. Die ging gepaard met een afbrekende tand, een wortel die er niet uit wou en het sleuren met 3 man aan mijn arme kaakbeen. Tot twee keer toe, want de vorige was al de tweede.

Tot mijn grote verbazing bleek hier 'enkel' een stifttand nodig. Voor bijna 700 euro ben ik er vanaf. *kuch* Tot mijn nog grotere verbazing moest er een ander tand uit. Een wijsheidstand.
'Nu?' piepte ik
'Ja!' zei hij
'U bent misschien vergeten dat het de vorige keer een hele tijd duurde en dat jullie er met 3 aan werkten, maar ik nog niet hoor', zei ik.
'Dat weet ik inderdaad niet meer, maar er begint mij iets te dagen', zei hij. Maar hij haalde toch de injectienaald boven.
'Er zitten toch geen weerhaken aan de wortels?' piepte ik opnieuw.
'Neen hoor, het zal snel gebeurd zijn', zei hij.

10 seconden na het werken van de verdoving was hij eruit. Mijn wijsheidstanden laten duidelijk sneller los dan gewone kiezen (al is dat wat overdreven, de eerst hebben ze er 25 jaar geleden uit moeten boren). Ik zal hier maar geen conclusies uit trekken over de snelheid waarmee wijsheid mij verlaat. Dat lijkt me beter voor iedereen.

6 mei 2014

Zo van die dagen

Er zijn zo van die dagen waarop je merkt dat je leven zoals je het gehoopt had langzaam maar zeker afbrokkelt en er zijn zo van die dagen waarop je merkt dat wat je vreest waarheid wordt.

Dit weekend had ik van die dagen toen bleek dat degene, die mij ooit redde van de depressie omdat mijn lief het uitmaakte na 4,5 jaar en na een maand al een ander had, mij kwam zeggen dat het niet meer ging. En ik, naïef als ik soms ben, dacht dat we het nog zouden uitpraten en dat daarmee alles weer goed zou komen.

En daar zit ik dus nu, weer alleen in mijn zetel. Wetend wat er komen zal, een immense eenzaamheid omdat, ondanks alle vrienden en vriendinnen die je contacteren, je weet wat je meest van al zal missen: intimiteit, iemand om dagelijk je verhaal aan te vertellen, iemand die je (ook al is het dan via mail) je een goeiemorgen wenst en een slaapwel, iemand om tegen aan te leunen als het goed gaat en niet goed gaat, iemand om keihard mee te lachen om de meest absurde dingen. En ook al weet je wel dat het niet altijd maar rozengeur en maneschijn was en dat er ook positieve kanten aan kunnen zijn, die tellen nu toch even niet.

Er zijn zo van die dagen dat je denkt dat een pijnlijk bloedend hart het ergste is dat je kan overkomen. Maar anderzijds heb ik nooit de fysieke pijn gehad die al het andere overstijgt, dus misschien valt dit allemaal nog wel mee.

3 mei 2014

Photo Challenge 6-18/52

Het wordt hier dringend tijd voor een inhaalbeweging en wegens dingen die ik nu niet ga uitleggen, heb ik ineens tijd over, dus hier gaan we voor 12 foto's, want blijkbaar zitten we aan week 18. U zal mij hopelijk excuseren voor het feit dat de weken en de foto's niet kloppen. Ik onthoud niet erg goed. Ik weet meestal amper nog welk weer het gisteren was. Vandaag was het trouwens zonnig, maar niet al te warm en er stond nogal veel wind. We schrijven 3 mei.

6/52: vanop de Minnewaterbrug heb je een mooi zicht op het sashuis. Rechts op de foto bevindt zich de Begijnenvest, links het Minnewaterpark. Wie zijn leven wil riskeren rijdt best eens met de fiets over deze brug in het druk toeristisch seizoen of als het glad ligt. Ambiance verzekerd.


7/52: iemand in het Begijnhof, een plaats waar trouwens enkel vrouwen wonen, houdt precies van kleine glazen flesjes. En wie ben ik om dat te veroordelen, ik hou van kleine blikken doosjes.


8/52: ook in Brugge wordt er nog getrouwd. Dat is trouwens het enige moment waarop je je wagen mag achterlaten op de Burg. Dus als iemand zich geroepen voelt... En ja, ik hou van oude auto's. Ik ben een typische vrouw. Not.


9/52: ooit stond op de Markt de Waterhalle. Die is te zien op de kaart van Marcus Gerards. Het gebouw is ondertussen allang verdwenen en op die plaats ziet met ondertussen onder andere het Provinciaal Hof (met mooie zalen binnenin trouwens). Maar wat u hier ziet zijn twee overgebleven zuilen van de Waterhalle en deze bevinden zich in het Arentshof. Eerlijk gezegd had ik mij nooit afgevraagd wat die twee zuilen daar stonden te doen tot ik zelf een cursus gids ging volgen. U bent dus gewaarschuwd, vermoedelijk zullen jullie nog als aandachtig publiek dienst doen.


10/52: de brievenbus van de voormalige brouwerij Henri Maes trekt vooral mijn aandacht omdat ik thuis nog 4 van deze bierglazen heb. Een overblijfsel van het café dat mijn grootouders ooit uitbaatten. De brievenbus bevindt zich op het Walplein, de plaats waar men nu brouwerij De Halve Maan kan bezoeken.


11/52: ik vermoed dat het mijn twee favoriete huizen in de Brugse binnenstad zijn. Ons klein stukje art nouveau naast de O.L.Vrouw-kerk.


12/52: En wisten jullie trouwens dat het Arentshuis (in het Arentshof van de zuilen van de voormalige Waterhalle - jaja, er zit een lijn in dit verhaal) over zuilen in Egyptiserende stijl? Ewel, nu wel.


13/52: ook nieuw voor mij: ter hoogte van de Vismarkt staat (ligt) aan de overzijde van het water een beeld van Permeke. Hierzie:


14/52: in meer weetjes over dat toch wel opmerkelijke torentje ter hoogte van de bloedkapel ga ik mij toch eens moeten verdiepen. In de bloedkapel ook trouwens, want ik ben daar van mijn leven nog niet binnen geweest.


15/52: eindelijk eens wat anders dan gidserig gedoe. Een mens wordt wat freaky op den duur. Dit is de binnenkant van één van de studio's van het Concertgebouw. Naar aanleiding van een concert kwamen wij daar eens binnen. De foto is niet geweldig (en dat geldt ook voor de volgende), maar het was een mooie ruimte. Meer dan mij op mijn woord geloven zit er vermoedelijk niet in.


16/52: niet iedereen zal mij op mijn woord geloven als ik zeg dat het concertgebouw een mooi gebouw is. Maar ik vind het wel en het mag gezien zijn, zeker aan de binnenkant.


17/52: sinds nog niet zo lang (ik durf er niet voor wedden dat het 'kort' is), hangt er in de trappenhal van het concertgebouw een kunstwerk dat bestaat uit verschillende klokken. Mocht je er ooit komen: loop door naar de vierde verdieping en dan kan je ze perfect bewonderen.


18/52: de torens van Brugge in combinatie met de binnenkant van het concertgebouw en ondergetekende. Dat gebeurt al eens als je een foto van binnen naar buiten neemt als het donker is. Nu, ik ben weer mee. Dat is het bijzonderste.


25 maart 2014

Belpop 2.1

Tijd voor mijn favoriete cd van de reeks. Daar waar de vorige de titel 'Kili Watch' mee kreeg (u weet dus welk nummer u nog staat te wachten), moeten we het hier doen met 'Pick it up'. Niet dat ik voor dat nummer zal kiezen op dit moment, ik ga eventjes een bommetje droppen. Zo voelde het althans toen ik de cd voor het eerst hoorde en geconfronteerd werd met een nummer dat als een bom insloeg. Het feit dat het uit 2002 dateert, een jaar dat valt binnen het zwart gat in mijn muziekkennis, zal ermee te maken hebben dat ik het nummer absoluut aan mij voorbij was gegaan. Maar sinds ik het ken, mag het regelmatig loeihard in de auto. Als ik alleen ben.

Dat zwart gat is een gevolg van de kleine-kinder-jaren. Ik ken opvallend weinig muziek uit de periode 1998 - 2004, ik vermoed dat ik in die tijd mijn radio amper op had staan. Het zijn ook de jaren waar het met mij persoonlijk niet zo goed ging. Niet omwille van de kinderen, maar omwille van de relatie die mank liep. Een vriendin van mij dacht dat ik een postnatale depressie had, wat dus niet het geval was. Haar aha-moment kwam enkele jaren later toen ik apart ging wonen. Het mijne ook.

In 2004 ging mijn muziekwereld weer open, om zich dan weer voor enkele jaren te sluiten in 2006. Maar dat is een ander verhaal dat misschien de kop eens opsteekt in één van de volgende praatjes.

Nog even het boekje bij de cd erbij halen: 'De Frans regisseur en rollerskater Phil Dussol maakte tussen 1998 en 2000 de film 'Easy Money'. Hij zet een overval in scène en filmt vervolgens een wilde achtervolging van 6 minuten. Hij scheurt op rolschaatsen door het centrum van Parijs. Zonder toestemming. 'Champagne' lijkt perfect bij de kortfilm te passen. En dus wordt 'Easy Money' ook een videoclip. De luisteraars van Studio Brussel roepen hem in 2011 uit tot 'beste Belgische clip aller tijden'.'

Bij deze: Champagne van Millionaire:
(voor de ongeduldigen onder u: de muziek start op 1:17)


24 maart 2014

Photo challenge 5/52

Goed nieuws, gasten, het is nog maar de 5e week van 2014. Schoon weer voor de tijd van het jaar, dat wel.

Brugge is een beetje doods 's avonds, zo zegt men al eens. Er waren tijden dat men er een boek over schreef. Weliswaar op het einde van de 19e eeuw, maar sommigen beweren dat er nog niet veel veranderd is.

Maar één ding is zeker: wij zijn geen zombies. Alleen jammer dat het graf links achter wat afbreuk doet aan die bewering.
(u kan het intikken in google en dan komt u bij iets Spaans uit. Waar ik geen jota van begrijp)


19 maart 2014

Photo challenge 4/25

Ons begijnhof is ongetwijfeld één van de meest gefotografeerde plaatsen in Brugge in deze periode van het jaar. Maar ik heb er eentje met een zuster (begijntjes zijn er niet meer) en zonder extra volk. Speciaal voor u. Dan is het niet zo erg als je ook dit jaar weer niet in Brugge raakt.




18 maart 2014

Photo challenge 3/52

Met uw permissie ga ik even een inhaalbeweging maken. Dit houdt in dat ik hier meerder foto's in één week ga plaatsen. Dat is vooral omdat ik vorige zaterdag met de gidsencursus een wandeling door Brugge maakte en bijgevolg eens tijd had (en nam) om foto's te nemen. Een goede opvolging van de weken van het jaar kunnen we het niet noemen, maar we waren toch in Brugge. En daarbij: het is al sinds januari half lente, dus veel verschil valt er amper te merken.

Vorige week vrijdag was het hier 100 dagen. Onze Guido Gezelle zal het geweten hebben. Wat er precies op de arme man zijn hoofd hangt, weet ik niet, want ik kwam niet dicht genoeg. Het was immers de bedoeling dat we ook met de groep meeliepen. Van heel ver leek het een regenkapje, maar bij inzoomen bleek het toch wat anders (een blad met foto en tekst?) te zijn. Jammer dat ik de telelens niet mee had op dat moment. U zal het moeten doen met de foto genomen met de 'gewone kodak', zoals wij hier zeggen.


9 maart 2014

Belpop 1.1

Ik ga beginnen bij cd 1 en dan het rijtje aflopen tot 5 en dan opnieuw beginnen, al vind ik cd 1 niet zo mooi, zei ik. Waarom begin je dan bij 1, zei hij. Omdat ik van structuur hou. Dat zei ik dan weer. Bij deze bent u gewaarschuwd: ik hou van structuur. Ik hou niet van onverwachte wendingen, van het warenhuis dat zijn indeling verandert en mij compleet in de war brengt, van plannen die veranderen, van mijn werkstructuur die omwille van 1 telefoontje compleet naar de vaantjes is. U begrijpt het plaatje. Niettemin begrijp ik plaatje 1 nog altijd niet zo goed. Hoewel, bij het bekijken valt het op dat de meeste nummers te situeren zijn in het begin van de jaren '70, een aantal in de jaren '60 en een nog kleiner aantal daarbuiten. En de eerste jaren van de jaren '70, die zijn zo niet mijn ding qua muziek.

Maar goed: alles voor de structuur, dus ik schotel u iets voor waarvan het mij sterk verwonderde dat het Belgisch was. Ik herhaal even wat het Belpopboekje schrijft: "Soul van twee Portugese broers die in 1959 met hun ouders naar België vluchtten. 'Move' is hun grootste succes. Fernanda Lameirinhas wordt later bekend als chansonnier met een unieke Portugese crossover-stijl. Hij werkt regelmatig samen met Raymond van het Groenewoud."

Mij doet het vooral denken aan mijn eerste werk. Pas afgestudeerd als architect, ging ik werken bij een... architect (nounou, wie had dàt kunnen denken). Want zo hoort dat, als je pas afgestudeerd bent, dan moet je twee jaar stage doen. Ik ben er na mijn stage nog meer dan 5 jaar gebleven, tot de dag vóór mijn jongste dochter werd geboren. Het waren 7 toffe jaren en ik werd er overstelpt met de jaren '60, want hij was uiteraard een stukje ouder dan ikzelf. Jimi Hendrix, The Doors (tot mijn grote spijt, het zal  nooit goedkomen tussen mij en The Doors) en Janis Joplin werden altijd iets verhoogd in volume, want wij luisterden naar Studio Brussel en die werden daar van tijd tot tijd al eens gedraaid. Ik mag er eerlijk gezegd niet aan denken dat ik hen hele dagen had moeten horen, mijn kopje thee is het nooit geworden.

Maar goed. Jess & James voor u. Uit 1968. Toen was ik nog niet geboren. En u?

3 maart 2014

Belpop (intro)

Enkele verjaardagen geleden kreeg ik van mijn lief de cd-box Belpop kado. Ik had die gevraagd en hij had dat goed begrepen. Het blijft tot op vandaag één van mijn favorieten om mee te zeulen tussen mijn huis en mijn auto. Nuja, 'zeulen' is een groot woord, maar u snapt het plaatje.


Ooit had ik op mijn eerste blog een rubriekje over mijn schoolgaande jeugd. Die was ettelijke jaren lang, studeren heeft zo zijn voordelen. Om van bissen maar te zwijgen. Anyway: voor dat rubriekje zocht ik drie nummers uit die tijd en linkte die aan verhalen en uitermate spannende belevenissen uit mijn schooljaren. Het hoeft niet gezegd dat daar vanaf een bepaalde leeftijd jongens een grote rol begonnen te spelen, zelfs in die mate dat bepaalde mijn muziekkeuze grondig bepaalden. Het was, al zeg ik het zelf, een fijn rubriekje. Ik vond het zelfs jammer dat het ten einde was, maar terug naar school gaan had ik er dan weer niet voor over.

Heimwee naar vroeger doet mij echter teruggrijpen naar iets gelijkaardigs. Bij deze krijgt u dus op geregelde tijdstippen een belpopliedje met verhaaltje kado. Geen verhaaltje bij het liedje, dergelijke research moet u zelf maar gaan doen, wel een verhaaltje over Elke. Enig egocentrisme is de blogger niet vreemd, mij dus ook niet.

Ik kijk er al naar uit. Kwestie dat toch iemand er al naar uit kijkt.

2 maart 2014

Photo challenge 52 weeks: 2/52

Zozo, terwijl iedereen aan 9 zit, loop ik weer achter de feiten aan. Maar dat geeft niet (maak ik mijzelf dan maar wijs).

Ik ging even naar buiten om af te spreken met een vriendin en stootte op dit:




De aandachtige lezer zal ondertussen wel doorhebben dat 'dit' niet staat waar ik woon en officieel gedomicilieerd ben. Dit staat waar het lief woont en officieel gedomicilieerd is. Ik ben daar dus ook soms en het is als het ware mijn tweede thuis. En ik moet het eerlijk toegeven: zoiets schoons, dat hebben wij hier niet. Hij zal het graag horen, want zoals alle Gentenaars vindt hij Gent ver verheven boven Brugge. Ik laat hem maar denken. Zo blijft iedereen blij.

25 februari 2014

Alle ongemakken met een O, met relativering in cursief

Onbehagen. Het gevoel dat mijn leven overgenomen lijkt te hebben op compleet oncontroleerbare wijze.

Onbehagen over delen van het werk die, omwille van dingen die niet in mijn macht liggen, compleet lijken te ontsporen. Niet dat mij dat kwalijk kan genomen worden, ongetwijfeld lopen anderen met hetzelfde gevoel rond. Jaren werken, onderhandelen en zwoegen en finaal botsen op mensen die nooit met de neus in dezelfde richting zullen staan. Wat op zich niet hoefde, enig begrip was al goed. Maar tegenstrijdigheid was nog nooit zo confronterend. En dat terwijl we op een boogscheut van relatieve vrede stonden. Mijn frustratie is torenhoog. Maar gelukkig had ik een goede evaluatie en een goed gesprek met mijn baas.

Onbehagen over de vermoeidheid die mij parten blijft spelen en mij, na een nacht slecht slapen, meteen weer na de werkdag de zetel in duwt of in het weekend zelfs overdag in bed. Onbehagen over de controledokter, die vond dat ik maar op mijn tanden moest bijten nu er niks te vinden was, en mij dus maar vroeger terug naar het werk stuurde. Wat ik dan maar deed. Totaal onterecht, zo blijkt, maar ik ben nu weer in gang, dus wat doet een mens. Maar ik zadel mijn collega nu niet op met mijn werk.

Onbehagen omdat mijn weegschaal steeds hogere cijfers begint aan te tonen en ik ook dat geen halt lijk toe te kunnen roepen. Al ben ik weer beginnen fitnessen, maar zelfs dat geeft mij niet het gevoel dat ik er wat aan doe. Maar goed, ik ga toch al.

Onbehagen over mijn tijdverspilling op sociale media die mij op meerdere vlakken enorm kunnen irriteren. Maar op andere vlakken dan weer niet.

Onbehagen omdat bepaalde fysieke pijn in volle hevigheid terugkomt en ik op den duur denk dat het niet meer over zal gaan. Maar maandag mag ik naar de dokter.

Onbehagen omdat bepaalde mensen (weer) (onrechtstreeks) in mijn leven verschijnen terwijl ik die daar niet wil. Omdat ik daar blijkbaar ook geen controle over heb en geen controle over mag hebben. Onbehagen omdat ik vind dat ik niet begrepen word. Maar dat zal wel niet zo zijn.

Onbehagen omdat ik voel dat ik ergens begin te raken waar ik niet wil zijn. Oververmoeid. Overwerkt. Overgestresseerd. Ongelukkig. Maar blijkbaar moet je dat soms hebben, je wordt er weerbaar van.

Mijn gat.

20 februari 2014

Kleine beetjes luxe

Wij hebben niet zoveel nodig, wij. We hebben een huis. De toestand daarvan werd al meermaals bejubeld op mijn blog. Of de vorige of die daarvoor. Ik weet het allemaal niet meer zo goed. De tijd verglijdt en hij doet dat in een ijltempo.

Het huis dus. Dat dateert van 1935 en ik hou ervan. Ik zag de originele plannen en de voorgevel op het plan was het spiegelbeeld van wat het is. Gelukkig maar, of de voordeur kwam uit in de living en het raam stond haaks op de binnenmuur tussen de living en de hall. De ramen zijn dus ook nog uit 1935. De voorruit niet die moest vorig jaar vervangen worden toen een vrachtwagen een klapband vóór mijn deur kreeg. 's Morgens met brekend glas uit uw bed geblazen worden, dat is niet om te lachen. Zeker niet als dat glas eerst in uw huis zat. Maar goed, nog dezelfde dag zat er weer glas in. Enkel glas, dat ging het snelste en dat zat er oorspronkelijk ook in. Dubbel is niet mogelijk in mijn oude ramen.

Beetje bij beetje doen wij hier aan voort. De badkamer is, op een ingemaakte kast (dringend uit te tekenen trouwens), de moulures en de plinten klaar. Dat heeft even geduurd, ook daar gooide het virus roet in het eten. Er was ook even geen warm water meer, want de legendarische hoeveelheid kalk in het water besloot een stuk van de thermostatische kraan om zeep te helpen. Na een doortocht van de loodgieter opnieuw warm water hebben in je bad, dat behoort tot de beetjes luxe.

De kinderkamers zijn ook bijna klaar. Ook daar ontbreken de plinten nog, alsook een afwerking tegen het kleine stukje buitenmuur. Ze hebben jaren gewacht op hun molenaarstrap naar hun hoogslaper. Die trappen lagen al bijna evenveel jaren in de garage. Maar ik deed het, want ik mocht er niet aan denken dat ze het huis uit waren vooraleer hun kamer af was. En weerom kwam er wat luxe bij. En de coolste kamer van al hun vriendinnen, ook dat is een beetje luxe.

Het is evenzeer luxe dat het deze winter niet vroor (van mij mag het even zo blijven). Dat betekende dat de waterleiding van de keuken niet mee bevroor. Dat de deur van de wasmachine geen kuren kreeg, want sluiten bij koud weer, dat is teveel gevraagd. De dag dat het water weer uit de kraan stroomt na de vrieskou, dat is luxe. En nog geen klein beetje.

Eén van de laatste stappen zal een grote zijn. Want die bevriezende waterleidingen, dat is toch maar niks. En dus moet de achterbouw verbouwd. Of platgegooid en heropgebouwd. Moeten er nieuwe ramen met deftig glas. Moet het opstijgend grondvocht aangepakt worden. Moet er een waterontharder komen. Moet er nog een douche en toilet beneden, want ooit word ik oud. En moet er nog zoveel waar ik amper aan durf denken.

Maar ooit is het af. En dan zullen we heel veel kleine beetjes luxe hebben. En moet ik mij niet meer schamen als er volk over de vloer komt. Ooit komt de dag dat ik niet meer 'welkom in mijn werf' zal zeggen. En dat is een hele grote luxe.


19 februari 2014

De bovenste helft

Het gebeurde op een ochtend, meer bepaald deze ochtend. Het gebeurde zelfs op meerdere ochtends, zelfs op middagen en avonden. En halfweg de dag, dat ook. Een mens kijkt hier nogal zijn ogen uit.

Onze straat kan met momenten nogal druk zijn. Parkeerdruk, vooral tijdens de dag, want dan zijn de bank en alle winkels om de hoek open. Het wil dus wel eens gebeuren dat je niet voor de deur kan parkeren. Maar ach, daar dienen dien parkeerplaatsen voor mensen met een handicap dan voor natuurlijk. Even kort parkeren en daar heeft niemand last van, nietwaar.

Deze van vanmorgen sloeg werkelijk alles. Er was parkeerplaats zat vóór de deur van de bakker, maar ocharme, dan moet je je in zo'n gat proberen te zetten, natuurlijk. En dat is zo lastig. Dan maar rechtdoor de voorbestemde parkeerplaats in. Vriendelijk als ze was, besloot ze hem niet volledig in te palmen. Er maar half op staan, dat maakt het maar half zo erg. Ik zag haar uitstappen, er leek mij weinig mis. Vermoedelijk was ze maar half gehandicapt dan. De bovenste helft of zo. Maar ik gaf haar het voordeel van de twijfel.

Ze stond de derde in rij bij de bakker. Ik de tweede. Ze mompelde geïrriteerd bij zichzelf omdat het meisje van de bakker (wat niet zijn meisje is, hij heeft een man) de bestellingen klaarmaakte en niet bediende. Dat het zo traag ging. Ik heb eigenlijk mijn bestelling wat traag gedaan, mijn slecht karakter neemt al eens de bovenhand.

Buiten ging ik even kijken. Ze had geen kaart. Zelfs geen halve. Soms heb ik spijt dat mijn mond groter is op papier dan in het echt.

Maar ach. Wat weet ik ervan. Ik kan immers te voet naar de bakker. Hij woont om de hoek.

18 februari 2014

Photo challenge 52 weeks 1/52

Het idee ontstond in het het hoofd van ene medeblogger die ik ondertussen persoonlijk ken. Enthousiast als ik ben over dingen, besloot ik mee te doen. In week 1 ging het echter mis. Een virus kruiste mijn pad en dat bleek nogal hardnekkig te zijn. Het virus, niet het pad. Het steekt trouwens ook nu nog de kop op als ik onvoldoende of slecht slaap, maar ik ben alweer aan het werk. Over dat laatste ga ik later nog eens een klaagzang aanheffen, maar niet vandaag.

Bij deze zit ik dus aan week 1, terwijl iedereen het over week 7 heeft. Maar ach, ik haal dat wel in. Of niet. Dan loop ik maar achter. Daar gaan we niet dood van, nietwaar.

Ik start in mijn tuin. Niet dat daar veel van te zien is, want het is nacht. Maar geef toe: de sfeerverlichting, speciaal voor u en mijzelf en kinderen gehaald bij onze Zweedse vrienden, heeft wel iets dat in week 1 had gepast. Hier is het altijd kerst, zou het lief zeggen. En hij zegt dat met een glimlachje alsof hij het niet nodig vindt. Maar ach, wij houwen van kerst, zelfs in de lente.






27 januari 2014

Een hoera voor de takeldienst

Bon. We zijn er nog niet door, dus er komt nog een weekje bij. Hopelijk dit keer met een goed eindresultaat, namelijk dat ik volgende week weer kan gaan werken. Dat zou aangenaam zijn. In afwachting hou ik mij in stilte bezig.

Ik schreef mij in voor de photo-challenge. Een schoon woord om te zeggen dat ik, samen met nog heel wat bloggers, op initiatief van Nachtbraker in 2014 elke week een foto ga nemen van mijn eigen stad. Meer info en deelnemers: hier. Ik loop dus al weken achter, buiten raken om foto's te nemen, is precies niet echt mijn prioriteit op dit moment. Als dat zo blijft doorgaan, zal ik maar beter hier binnen beginnen. Dat is misschien een goed plan. Voor morgen.

Dit weekend reed ik op mijn dooie gemak met mijn auto naar mijn lief. Hij heeft namelijk een bad met een kraan die werkt. Ik heb ook een bad met een kraan die werkt, maar er komt geen warm water meer uit. Dat is een beetje onhandig, dus ik ging bij hem een bad nemen, hij ging lekker koken en daarna zouden we een concert meepikken. Een zittend concert, godzijdank, ik denk eigenlijk niet dat een staand gelukt zou zijn. Het was heel mooi en een overduidelijke aanrader, dat leest u hier. Dat ik achteraf weer hondsmoe was en zondagnamiddag enkele uren moest slapen, nam ik er dan maar bij.

Maar goed, ik dwaal af. Ik reed dus op mijn dooie gemak naar het lief. Amper 10 minuten op weg kreeg ik iets waar ik niet van hou: een mededeling van mijn auto. Als uw auto begint te praten, dat is op zijn minst een signaal om wantrouwig te worden. Dat ik onmiddellijk moest stoppen en koelvloeistof moest bijvullen, zei hij. Dat is een beetje onhandig als je net op de verkeerswisselaar zit en geen koelvloeistof bij hebt, maar daar had hij geen oren naar. Ik dus tot aan de eerst, gelukkig dichtbij zijnde, afrit. Omdat ik daar al eens woonde, wist ik ook den Brico zijn. Deze handige Harriette weet een klein beetje van wanten en slaagde er ook in de koelvloeistof op de correcte plaats te laten belanden. Na het afkoelen, jawel. Hoe fantastisch is dat wel niet. En al die mannen die op de parking, als je daar met de motorkap open staat komen vragen of je hulp nodig hebt, niet te schatten. Welgeteld NUL. En dat terwijl ik graag eens wou stoefen dat ik het wel kon. Damn.

Anyway: so far, so good, ik weer op weg. Nog geen 10 minuten later, net voorbij een afrit, weer hetzelfde spelletje. Toen begon het mij toch te dagen dat het niet echt ging lukken om ter plaatse te raken met de voorraad koelvloeistof die ik ondertussen mee had. Gelukkig ben ik lid van de wegenwacht, mijn geschenk uit de hemel. Om een lang verhaal kort te maken: ik werd binnen de 10 minuten opgetakeld (op de autosnelweg hebt u voorrang, mevrouw), naar een veilige plaats gebracht (niet in uw wagen blijven zitten langs de autosnelweg, mevrouw, ga achter de vangrail staan) en werd het euvel echter niet verholpen. Een specifiek stuk kapot. Maar goed, we wisten toch al wat het was. En toen mocht ik een jongensdroom beleven: ik mocht mee in de takelwagen tot aan mijn garage. Helaas ben ik geen 6-jarige jongen, maar een 43-jarige vrouw, maar goed, het was een sympathieke mens en ik zat toch maar in een takelwagen. Het is eens iets anders. Ik kreeg achteraf een sms om te vragen hoe ik de service vond. Ik heb een 10/10 gegeven omdat meer dan 10 niet kon.

Diezelfde avond mocht ik mij dus weer aan mijn lavabo wassen en aten we frieten van 't frituur. Maar dat was ook goed. Van uitstel kwam geen afstel.

25 januari 2014

De goede ouder

Het wordt hoog tijd om mijn kroost een wat nader te bekijken. Volgens de 'onderzoeken' die de laatste weken in overvloed verschijnen - een mens zou eigenlijk van een plaag willen spreken - blijkt dat ik het niet goed deed. Kinderen van holibi-koppels zijn gelukkiger. Fijn voor hen, denk ik dan, maar hoe komen ze daar nu toch bij? Helaas ben ik hetero, -1 voor mijn kroost. Ocharme.

Scheiden is uit den boze, uiteraard. Denk na vooral je het doet, want je maakt je kinderen ongelukkig. Dat is toch wat ik eruit begreep. Goed. 3 jaar nadenken zal wel genoeg geweest zijn, vermoed ik dan. Niettemin: nogmaals -1 voor mijn kinderen. Dat helt hier al gevaarlijk af.

Nu blijken ook nog dat je best een kind krijgt tussen je 25e en 29e als je een psychisch gezond kind wilt. Een kleine hoera hier ten huize: ik heb toch twee psychisch gezond kinderen op de wereld gezet. De eerste op mijn 28e. Nummertje twee ontsnapt ook net aan de verdoemenis, want ik was net geen 30. Maar of die redenering wel klopt, zal een nieuw onderzoekje wel uitwijzen.

Kort door de bocht geredeneerd heb ik dus kinderen met een neiging tot ongelukkig zijn. Volgens de studies althans. Evenwichtig zijn ze gelukkig nog wel. Kijk aan. Een mooie -1 voor allebei. Tot nu toe, want wie weet wat men nog gaat onderzoeken.

Om maar te zeggen: mijn haar komt er recht van, van al die studies. Laat ons eens iedereen wel om één of andere reden een schuldgevoel bezorgen. Het is ook een missie natuurlijk. Iemand moet het doen. Stel je voor, we zouden wel eens gelukkig kunnen zijn. Het idee alleen al.

En hoe voelen uw kinderen zich?

23 januari 2014

Over vervuiling, vermoeidheid en de kerstboom

Silence is golden, naar het schijnt, maar daar heeft een mens op een blog natuurlijk niet veel aan. Al zou het in sommige gevallen toch beter zijn om te zwijgen. Het internet is al zo vervuild, nietwaar?

Maar goed, mijn silence is dus niet zo golden de laatste tijd. Ik ben namelijk moe. Niet moe-want-ik-ging-weer-uren-te-laat-slapen, maar moe-want-ik-ben-ziek. Het begon op 4 januari met een keelpijntje. Ik heb wel meer keelpijntjes, maar die duren altijd 3 dagen en gaan over in slijm. Niet langer pijnlijk, gewoon vervelend. Maar laten we daar maar even niet op ingaan, het is ochtend en ik wil niet dat mijn ontbijt terugkeert. Ik vind slijm immers vies. Net als klieren. Ik had nooit dokter kunnen worden. Het idee dat ik aan klieren zou moeten voelen om te weten of ze opgezet zijn, doet de koude rillingen over mijn rug lopen. Dit terzijde. Keelpijn dus. En hoesten.

De keelpijn ging niet over na 3 dagen. Dit had op zijn minst een alarmbelletje moeten laten rinkelen en dat deed het ook. Het werd nog erger toen ik tegen de donderdag overal spierpijn kreeg. En een opleiding. Tegen de avond was ik hondsmoe. Nog erger dan de vorige dagen. En dat bleef zo maar duren. En ik maar gaan werken, want sommige projecten zaten in een cruciale fase. En ik ging dat weekend ook naar Londen met het lief, want ik had dat gegeven voor zijn verjaardag en zijn nieuwjaar. En als je naar Londen kan, weliswaar onder de medicatie, kan je ook werken. Aja. Ik heb het uitgehouden tot de woensdag erna, toen was het belangrijkste gedaan voor die week en toen wou ik alleen nog maar in mijn bed blijven. 2 dagen slapen, de hemel. Alleen jammer dat het niet altijd lukte wegens lawaai in de buurt, maar goed.

Het weekend was beter. Dus ik kon eindelijk verder schilderen in mijn badkamer. Ik ben al sinds 25 december daar aan het werk. Het einde komt in zicht. Tot ik zondagavond besefte dat ik mijzelf weer had moeten overtreffen. Terug naar af. Weer heel de week thuis. Elke morgen uit mijn bed omdat de kinderen er zijn en we toch wel altijd samen ontbijten. Mijn werk moeten overlaten aan een collega, wat meerdere telefoontjes en mails betekende. Maar goed, tussendoor kon ik slapen. De spierpijn blijft. Ik blijf het gevoel hebben dat ik in mijn eentje een huis gebouwd heb. Het is al donderdag en ik wil er vanaf. Ik had nooit gedacht dat ik het zou zeggen: ik wil weer gaan werken. Maar ik vrees dat ik morgen terug naar de dokter moet. Nog eens bloed prikken en kijken of er nu iets te vinden valt.

Ik kan en mag dingen doen. Het is dus niet dat ik heelder dagen in mijn bed of zetel lig. Ik heb honger en geen koorts. Ik zie er behoorlijk normaal uit. Ergerlijk eigenlijk. Ik zie aan mijn moeder dat ze het niet gelooft. Ga wat meer buiten, zegt ze. Ga wandelen. Ik ging maandag te voet naar de dokter. Ik was doodop toen ik er aankwam. Wandelen. Mijn gat.

Ik heb vermoedelijk het enige huis in Vlaanderen waar de kerstboom nog staat. Tot groot jolijt van de kinderen, die laten elke avond de lichtjes branden. En zo heb elk nadeel altijd zijn voordeel. Gelukkig maar.